de auteur met een boel apparatuur om beter te slapen
Foto's: Yasmin Nickel
Slapen

Ik haalde alles uit de kast om een ochtendmens te worden

Slaap-apps, lichttherapie, overdag oefenen of professionele hulp – er moet toch een manier zijn om ‘s ochtends makkelijker uit mijn nest te komen?

Het is heus niet zo dat ik niet wil opstaan – ik kan het gewoon niet. ‘s Ochtends ben ik altijd het productiefst en krijg ik al mijn werk makkelijk af. Als ik in de ochtend fris en fruitig klaar zit met een bak koffie, dan weet ik dat het een goede dag gaat worden. Het probleem is alleen dat deze situatie in de praktijk nooit voorkomt, aangezien ik met geen mogelijkheid uit bed te branden ben.

Ik ben jaloers op mensen die meteen hun bed uitspringen zodra de wekker gaat, en ik heb er veel voor over om dat ook te kunnen. En misschien kan het ook wel gewoon. Ik probeerde allemaal verschillende manieren uit om te leren om vroeg op te staan, en een ochtendmens te worden.

Advertentie

You snooze, you lose

De website Mind Hack geeft als tip om mijn wekker verder weg van m’n bed te plaatsen – wat ik best kan doen: zet ik ‘m gewoon slaapwandelend uit en kruip ik weer lekker onder de wol. “Laat je gordijnen open,” zegt een andere site. Ja, dat had ik zelf ook al wel bedacht, wat ook geldt voor: “Maak een afspraak in de vroege ochtend.” Mijn vrienden kunnen zich verschillende momenten herinneren dat ze me vanuit een koffietentje opbelden, en ik een half uur later aan kwam kakken met ongekamde haren en ongepoetste tanden.

De rode draad van dit advies is: “You snooze, you lose”. Ik berekende even hoeveel uren ik daadwerkelijk ben verloren in mijn leven aan snoozen: een uurtje extra doormaffen per dag betekent 365 uur per jaar – oftewel negen volle werkweken.

Kun je verslaafd zijn aan slapen?

Steve Pavlina, een goeroe op het gebied van ‘persoonlijke groei’, beweert dat wilskracht niet genoeg is om je uit bed te krijgen – je moet jezelf erin trainen. Ik kan dat wel beamen, want niemand wil dit liever dan ik, maar het lukt me gewoon niet. Volgens Pavlina kan ik het mezelf aanleren door overdag te oefenen: gewoon gaan slapen en alles doen wat ik ook ‘s avonds zou doen. Ik poets mijn tanden, trek mijn pyjama aan, sluit de gordijnen en ga slapen. Tien minuten later gaat de wekker, en ik doe precies wat ik zou moeten doen: ik zet hem gelijk uit, strek me uit en sta op. Dit herhaal ik een aantal keer.

Het voelt een beetje suf om mezelf te trainen in iets wat zelfs peuters gewoon kunnen, maar ik doe het maar gewoon. De volgende avond zet ik mijn wekker om half zeven ‘s ochtends, en vindt er een wonder plaats: ik sta op. Op de tweede ochtend ga ik zelfs hardlopen.

Advertentie
De auteur op een mooie ochtend

Op dag drie sliep ik door mijn wekker heen. Ik vroeg mijn huisgenoot wat er was gebeurd. Hij zei dat ik zo vaak op snooze had gedrukt dat hij mijn kamer binnenkwam om de wekker uit te zetten. Deze methode werkte dus, maar wel voor maar twee dagen.

Slaap-apps

Ik ben natuurlijk niet de enige die niet in staat is om ‘s ochtends uit bed te komen, en er zijn een hoop bedrijven die daar een slaatje uit willen slaan. Bijvoorbeeld door slaap-apps te ontwikkelen, die je slaappatroon bijhouden en je wakker maken tijdens een ‘lichte’ slaapfase, waardoor je zogenaamd makkelijker op kunt staan.

Ik stel een tijd in, maar ben wat sceptisch. De grafieken en cijfertjes hebben een wat gekke surveillance-vibe. Ik geloof niet in complottheorieën over massale privacyschendingen, maar dit is toch wel erg indringend.

Eine App, die den Schlaf überwacht

De volgende ochtend word ik wakker van de aangename tonen van de app. Maar ik sta niet op. De app laat zien dat ik dertien keer gesnoozed heb.

Professionele hulp

Professor Ingo Fietze is slaapspecialist bij het Charité-ziekenhuis in Berlijn. Als ik hem opbel en vertel over mijn problemen, vraagt hij hoe oud ik ben. 26, antwoord ik.

“Als je tussen de twintig en dertig bent, zou je acht à negen uur moeten slapen,” zegt hij. “Alles daarbuiten is pathologisch.” Pathologisch. Ik slaap vaak tien uur, makkelijk.

Professor Fietze vertelt dat je slaapgedrag genetisch bepaald is. “Je kunt een uil in een leeuwerik veranderen, of een uitslaper in een vroege vogel. Maar je kunt geen lange slaper in een korte slaper veranderen, of vice versa.” Ik weet niet helemaal wat ik hiervan moet vinden.

Advertentie

Hij adviseert me om mijn slaap bij te houden met een draagbaar apparaatje, en mezelf wakker te laten worden met een hele felle lichttherapielamp. “Helder, wit licht,” zegt hij. “Alsof je een emmer water over je heen krijgt, maar dan eleganter.”

Het meetapparaat zit om mijn middel, terwijl er een slangetje in mijn neus zit om mijn ademhaling te meten. Ik lijk op een combinatie van een zelfmoordterrorist en een ziekenhuispatiënt. Niet geheel tegen de verwachting in sliep ik niet echt goed. Ik werd wel vroeger wakker, maar dat kwam vooral doordat het slangetje uit mijn neus was gevallen. Ik was ook niet echt uitgerust.

Als ik het apparaat terugbreng en de resultaten te horen krijg, zegt de vriendelijke vrouw die me helpt dat er “geen afwijkingen” zijn. Dat is dus niet echt wat ik wilde horen.

De lamp der verlichting

Ik zet de lichttherapielamp naast mijn nachtkastje en steek de stekker in het stopcontact. “Tot morgen!” zeg ik terwijl ik ‘m zachtjes aai. “Maak me alsjeblieft wakker.”

Kaffeezubereitung

De volgende ochtend gaat de wekker. De afgelopen dagen heb ik minder gesnoozed, en ben ik zelfs wakker geworden voordat de wekker ging. Geen idee waar dit vandaan komt, maar misschien heeft mijn lichaam eindelijk eens door wat mijn brein al die tijd probeert.

De felle lamp is trouwens geen succes, maar dat had je vast al begrepen.

Zoveel slapen als ik zelf wil

Een collega zei dat ik haar vriendin Lisa Steinmetz eens moest spreken, een slaaponderzoeker die in Freiburg woont. Ik vraag Steinmetz of zij het makkelijk vindt om ‘s ochtends uit bed te komen. “Eigenlijk blijf ik elke dag nog wel even liggen,” zegt ze. Het is dat de eindredactie in zou grijpen als ik hier die emoji met het exploderende hoofd neer zou zetten, anders had ik dat absoluut gedaan.

“We doen onderzoek naar slaap, dus iedereen weet hoe belangrijk het is,” legt ze uit. “Als ik wakker word en besef dat ik nog steeds moe ben, dan draai ik me dus gewoon nog een keer om.”

Advertentie

Ik kan zelf moeilijk tegen mijn hoofdredacteur zeggen dat ik de ochtendmeeting oversla omdat ik nog wat meer slaap nodig heb. Ik kan weinig anders dan een arts vragen of mijn slaapbehoefte wel gezond is, mijn slaapgedrag laten analyseren of mezelf ‘s ochtends verblinden met veel te felle lichten.

Ik durf bijna niet meer te gaan slapen want ik lijd aan slaapverlamming

Maar misschien is er ook wel niks mis met me, en heb ik simpelweg wat meer slaap nodig. Zoals professor Fietze zei, kun je een uil best in een leeuwerik veranderen, maar niet een lange slaper tot korte slaper transformeren. En ik weet dat ik een perfectionist ben – misschien is mijn slaapbehoefte wel een ingebouwde bescherming tegen mijn drang om mezelf te verbeteren. “Ik doe het gewoon niet!” zegt mijn lichaam tegen me. Ik wilde leren om eerder wakker te worden, maar heb me gerealiseerd dat mijn slaap veel sterker is dan die drang.

Als ik vroeger wakker wil worden, moet ik misschien ook gewoon eerder naar bed gaan. En dat dan de volgende ochtend weer doen – mezelf die negen uur gunnen die ik blijkbaar nodig heb. Toen ik dit deed sprong ik niet meteen het bed uit, maar gebeurde er alsnog iets wonderlijks: ik werd uit mezelf wakker. Het was zes uur ‘s ochtends en ik hoefde me geen weg te banen door mijn ochtendwaas. Het is me gelukt!

Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij VICE Duitsland.