Identiteit

Waarom krijg ik geen kippenvel meer van muziek?

Als tiener lag ik om de haverklap met tranen in mijn ogen naar Bon Iver te luisteren, nu vind ik muziek gewoon 'leuk'. Waar ligt dat toch aan?
Screenshot 2022-07-04 at 14
Foto door Raymond van Mil

Toen ik dertien was, hing ik een ketting aan mijn spijkerbroek en zong ik luid mee met Avril Lavigne op mijn mp3-speler (Why'd you have to go and make things so complicated?). Als zestienjarige met liefdesverdriet zat ik huilend op mijn slaapkamervloer naar Bon Iver te luisteren (And now, all your love is wasted/Then who the hell was I?). Later kreeg ik kippenvel terwijl ik met vrienden in de auto zat en iemand Arcade Fire opzette, en stond ik met tranen in mijn ogen voor het podium bij Portishead, ervan overtuigd dat het nummer Glory Box mijn leven zou veranderen (Through this new frame of mind/A thousand flowers could bloom).

Advertentie

Nu ik 29 ben, betekent deze muziek nog steeds veel voor me. Als ik Glory Box hoor, sta ik opnieuw tussen de dansende lichamen, met tranen in mijn ogen en de geur van zweet, jus d'orange en oud bier in mijn neus. En in mijn lijst van meest beluisterde nummers op Spotify staan veel van deze oude nummers nog steeds hoog. Hoger dan artiesten als Big Thief of Phoebe Bridgers. Ook hun muziek, die ik de laatste jaren pas ben gaan luisteren, heb ik op repeat staan. Maar toch geven ze me minder kippenvel dan de muziek waar ik tien jaar geleden naar luisterde.

Dat zette me aan het denken: hoe komt het dat ik minder vaak helemaal ondersteboven ben van nieuwe muziek dan vroeger? Waarom breng ik minder tijd huilend op mijn slaapkamervloer door? En waarom lijkt het of er überhaupt minder goede nieuwe muziek wordt gemaakt, terwijl dit natuurlijk niet het geval is? (In de wijze woorden van filmregisseur John Waters: “No, the hit records of your generation are not better than today's. As soon as you stop listening to new music, your life is over. You are a fart.”)

Om antwoorden op mijn vragen te krijgen, belde ik met Tom ter Bogt. Hij is cultuurpsycholoog en hoogleraar popmuziek aan de Universiteit Utrecht, en deed onder andere onderzoek naar de ontwikkeling van muzieksmaak, jongerencultuur en functies van muziek luisteren. 

Advertentie

VICE: Ik ben nu 29 en ik merk dat ik minder vaak helemaal ondersteboven ben van muziek dan zo'n tien jaar geleden. Is daar een verklaring voor?
Tom ter Bogt:
Ja, dit zien we vaak bij mensen. Er zijn eigenlijk twee periodes in een mensenleven dat muziek erg belangrijk is: als je heel oud bent en gedurende je adolescentie. Tussen je veertiende en je tweeëntwintigste is muziek namelijk de soundtrack van alles wat je meemaakt. En je maakt in deze periode dan ook ontzettend veel mee. Je neemt afstand van je ouders, je gaat intensiever met vrienden optrekken, je gaat romantische relaties aan en de meeste mensen ontdekken hun seksualiteit. Dit zijn allemaal erg belangrijke stappen in het volwassen worden en muziek sluit hier goed bij aan. Veel muziek gaat over wat het betekent om jong te zijn, wat het betekent om verliefd te worden en wat het betekent om in de steek gelaten te worden. Daarom is muziek in deze levensfase erg belangrijk. Dit is ook de fase waarin je muzieksmaak gevormd wordt. We zien dat je muzieksmaak rond je veertiende al deels gevormd is en dat deze zo rond je tweeëntwintigste eigenlijk al heel ver is uitgekristalliseerd.

Dus je blijft de rest van je leven luisteren naar de muziek die je tussen je veertiende en tweeëntwintigste mooi vond?
Je muzieksmaak zal na je tweeëntwintigste inderdaad niet veel meer veranderen. Natuurlijk kun je wel nieuwe muziek ontdekken, maar deze zal dan aansluiten bij de muziek die je tijdens je tienerjaren mooi vond. Om een voorbeeld van mezelf te geven: ik hield vroeger erg van disco en dance. Toen de nieuwe elektronische dance muziek opkwam, was ik daar dan ook gelijk fan van. Verder hield ik vroeger erg van soul, dat vertaalt zich nu naar het feit dat ik van r&b en hiphop hou. En als ik een leuk alternatief rockbandje hoor, dan doet dat me denken aan de New Wave-muziek van de jaren zeventig.

Advertentie

En hoe vormt je muzieksmaak zich dan precies in je tienerjaren?
Allereerst wordt je muzieksmaak natuurlijk gevormd door de tijd waarin je leeft. In de zeventiende eeuw hadden mensen een andere muzieksmaak dan nu. Ook de plek waar je leeft, is belangrijk. In China of Nigeria luisteren ze andere muziek dan hier – hoewel vrolijke liedjes met een vierkwartsmaat het bijna overal goed lijken te doen. Verder zijn je ouders belangrijk voor je muzieksmaak, maar je vrienden zijn nóg belangrijker. Uit onderzoek blijkt dat dit twee kanten opgaat: je muzieksmaak speelt mee in de keuze van je vrienden en je vrienden hebben vervolgens weer invloed op je muzieksmaak.

Mijn broer houdt erg van metal, terwijl ik daar zelf een stuk minder naar luister. Toch zijn we opgegroeid in dezelfde omgeving, met dezelfde ouders en hebben we allebei filosofie gestudeerd. Wat verklaart zo'n verschil dan?
Het klinkt vreselijk stereotiep, maar ik ga het toch maar zeggen: vrouwen luisteren minder vaak naar herrie. Wat betreft rock is het genderverschil de laatste jaren eigenlijk verdwenen, maar bijvoorbeeld death metal en grunten zijn nog steeds minder populair bij vrouwen. Maar er is natuurlijk ook een individuele component. Naast je omgeving heeft je eigen persoonlijkheid ook invloed op je muzieksmaak.

Advertentie

Kan je muzieksmaak dan ook iets over je persoonlijkheid zeggen?
Ja, er bestaat inderdaad een relatie tussen muzieksmaak en persoonlijkheid. Uit mijn eigen onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat rockfans over het algemeen wat slordiger zijn, die ruimen hun kamer wat minder vaak op. Ook zijn ze vaak wat depressiever en wat zwaarder op de hand. Fans van mainstream popmuziek zijn meestal juist weer wat vrolijker. Hiphop-fans zijn vaak vrij sociaal en geneigd om connecties met andere mensen te zoeken. En fans van klassieke muziek staan weer open voor nieuwe ervaringen. Maar ik moet er wel bij zeggen dat deze verbanden niet erg sterk zijn. Je hebt ook bijzonder nette rockfans en narrige hiphopliefhebbers.

Mijn muzieksmaak is dus al bepaald. Maar als ik toch graag weer helemaal ondersteboven wil raken van nieuwe muziek, wat kan ik daar dan het beste voor doen?
Het soort muziek dat je luistert, heeft natuurlijk impact op hoe het binnenkomt. Een mineur tempo maakt je droevig en ritmische up-tempo-muziek zorgt ervoor dat je je vrolijker voelt. Als je door muziek geraakt wilt worden, dan is het handig om muziek te kiezen die bij je stemming past. Je wilt op een dancefeest liever geen depressieve muziek horen. En verder is het dus slim om muziek te luisteren die aansluit bij de muziek die je in je tienertijd hebt ontdekt. Daarvoor kunnen streamingdiensten erg handig zijn: op basis van algoritmes wordt er nieuwe muziek gesuggereerd die gebaseerd is op je individuele muzieksmaak. 

Advertentie

En de relatie tussen drugs en muziek? Ik weet nog dat ik op een festival onder invloed naar Portishead luisterde en dat dit voor een heel intense ervaring zorgde, die nog steeds een beetje terugkomt als ik nu naar die muziek luister.
Bepaalde drugs, zoals xtc, werken voor veel mensen zo. Het maakt een nog intensere waarneming van muziek mogelijk. Interessant hieraan is dat je de muziek dan wel al mooi moet vinden. Als je de muziek niets vindt, dan gaan drugs er niet voor zorgen dat je het plotseling wél mooi vindt. Maar het kan de effecten van muziek zeker versterken: je kunt onder invloed van drugs als het ware in een waterval van licht, muziek en tonen terecht komen, waardoor de muziek heel intens ervaren wordt. Maar muziek is zelf natuurlijk ook al een soort drug. Muziek bestaat al zolang er mensen zijn, het zit diep in ons brein. Er is nog nooit een cultuur zonder muziek (zingen, dansen, drummen, instrumenten spelen) gevonden. We zien dan ook dat muziek weer erg belangrijk wordt als je heel oud bent. 

Dus als ik graag door muziek geraakt wil worden dan kan ik de algoritmes van Spotify hun werk laten doen of drugs nemen, maar ik kan ook gewoon wachten tot ik erg oud ben? 
Ja, de laatste levensfase is een fase waarin muziek ook weer veel impact heeft. We zien dat bijvoorbeeld bij mensen met Alzheimer. Soms herkennen ze hun eigen familie niet meer, maar herkennen ze de muziek uit hun jeugd nog wél. Muziek is echt het laatste wat verdwijnt.

Muziek is best wel een beetje magisch eigenlijk.
Ja, misschien is dat ook mooi om in je stuk te verwerken.


Ik kan ermee afsluiten. Bedankt!