Testikels v
Illustratie: Juna
Tech

Waarom we het ooit een goed idee vonden om apentestikels te transplanteren

In de jaren twintig boekte een Russische chirurg grote successen met een behandeling om eeuwig jong te blijven: je ballen laten vervangen door die van apen.

De wetenschap heeft sinds de jaren twintig een hoop progressie geboekt. Destijds wisten artsen bijvoorbeeld nauwelijks hoe transplantaties werken, en dachten sommige medici dat je impotentie zou kunnen verhelpen met een zaadbaltransplantatie. Omdat het lastig was om mensen te vinden die zomaar een gezond orgaan wilden afstaan – laat staan hun ballen – keken wetenschappers of transplantaties met dieren ook een optie zou kunnen zijn. Dat zou immers in theorie een hoop donormateriaal kunnen opleveren.

Advertentie

Met de kennis van nu klinkt dat behoorlijk belachelijk, niet in de laatste plaats omdat we nu weten dat impotentie veel verschillende oorzaken kan hebben, van zowel fysieke als mentale aard. En dat hoeft niks te maken te hebben met het functioneren van je zaadballen.

Een van de pioniers op het gebied van testikeltransplantaties was destijds de chirurg Serge Abrahamovitsj Voronoff, die in 1866 geboren werd in Rusland en later in Frankrijk ging studeren en Frans staatsburger werd. Tussen 1896 en 1910 werkte hij in een kliniek in Egypte, waar hij zich begon te interesseren in de langetermijneffecten van castratie – waarvan men dacht dat het tot een langere levensduur kon leiden. En een paar recente studies hebben inderdaad een correlatie gevonden, maar dat is nog altijd geen causaal verband.

Voronoff wijdde zijn volledige carrière aan het verband tussen zaadballen en een langere levensduur. Hij was ervan overtuigd dat het recept voor een eeuwige jeugd besloten lag in onze geslachtshormonen. En hij was niet de enige – in 1889 had Charles-Édouard Brown-Sequard, een van de vaders van de moderne endocrinologie (het vakgebied dat zich richt op hormonen), zichzelf geïnjecteerd met een extract van fijngemalen honden- en caviatestikels. Dat sprak Voronoff wel aan, dus hij besloot het ook zelf eens te proberen. Het had helaas niet het gewenste effect.

Na zijn tijd in Egypte was Voronoff desalniettemin erg overtuigd geraakt van zijn ideeën. In tien jaar tijd voerde hij bij meer dan vijfhonderd geiten, schapen en stieren testikeltransplantaties uit – hij gaf oudere dieren organen van jongere soortgenoten. Hij merkte dat de oudere dieren meer levenslust kregen, en dacht een nieuwe manier te hebben ontdekt om het verouderingsproces tegen te gaan.

Advertentie

De chirurg ging vervolgens ook experimenteren op mensen, door patiënten met hypothyreoïdie (een te trage schildklier) schildklieren van apen te geven. Hij gebruikte zelfs een tijdje de ballen van recent geëxecuteerde gevangenen, maar het bleek qua logistiek toch wat lastig om de vraag bij te houden. Dus Voronoff hield het bij primaten.

Zijn patiënten zaten er natuurlijk niet zo op te wachten om de ballen van een aap te krijgen. Maar ook daar had Voronoff een oplossing voor: hij ontwikkelde een behandeling waarbij hij kleine stukjes bal van bavianen en chimpansees in het scrotum van de patiënt verwerkte. Het transplantaat, dat maar een paar millimeter groot was, zou vervolgens vanzelf één geheel worden met het menselijke weefsel. Hij verwachtte dat het miraculeuze gevolgen zou hebben: een beter geheugen, minder vermoeidheid, een verbeterd zicht en libido – en natuurlijk een veel langer leven. Het zou zelfs kunnen helpen om mensen van schizofrenie te genezen.

De eerste officiële transplantatie van apenballen in een menselijk lichaam vond plaats op 12 juni 1920. Drie jaar later werd Voronoffs werk met luid gejuich ontvangen door zevenhonderd wetenschappers bij het Internationale Congres voor Chirurgen in Londen.

De behandeling van Voronoff werd razendpopulair. Miljonairs van over de hele wereld wilden behandeld worden en in de jaren dertig waren er duizenden mensen onder het mes geweest, waaronder alleen al in Frankrijk vijfhonderd. Om aan de vraag te kunnen voldoen had Voronoff in een villa aan de Italiaanse riviera een apenboerderij geopend. Castello Voronoff, zoals het zou heten, werd toevertrouwd aan een voormalige circusdierverzorger, en er kwam een laboratorium waarin het weefsel geëxtraheerd zou worden.

De eerste officiële transplantatie van apenballen in een menselijk lichaam vond plaats op 12 juni 1920. Drie jaar later werd Voronoffs werk met luid gejuich ontvangen door zevenhonderd wetenschappers bij het Internationale Congres voor Chirurgen in Londen.

De behandeling van Voronoff werd razendpopulair. Miljonairs van over de hele wereld wilden behandeld worden en in de jaren dertig waren er duizenden mensen onder het mes geweest, waaronder alleen al in Frankrijk vijfhonderd. Om aan de vraag te kunnen voldoen had Voronoff in een villa aan de Italiaanse riviera een apenboerderij geopend. Castello Voronoff, zoals het zou heten, werd toevertrouwd aan een voormalige circusdierverzorger, en er kwam een laboratorium waarin het weefsel geëxtraheerd zou worden.

Advertentie

Ondertussen wilden de vrouwen ook hun eigen versie van zo’n behandeling, wat Voronoff ertoe bewoog om ook een eierstoktransplantatie te ontwikkelen. De chirurg implanteerde ook een menselijke eierstok in een aap, en probeerde het vervolgens te bevruchten met menselijk sperma. Dit laatste experiment had helaas geen succes.

Voronoff leidde een luxe leven. Hij bezette een volledige verdieping in een van de duurste hotels van Parijs, met een heel entourage aan butlers, bedienden, secretaresses, chauffeurs, twee chefs en een paar maîtresses. Maar zodra duidelijk werd dat zijn transplantaties toch niet het gewenste effect bleken te hebben, ging het snel bergafwaarts met zijn carrière. De positieve effecten die eerder waren waargenomen, werden door experts afgedaan als placebo-effect.

Ondertussen slaagde het Nederlandse farmaceutische bedrijf Organon er in 1935 in om voor het eerst testosteron te isoleren uit stierenballen. Voronoff was blij met dat nieuws, omdat het zijn theorie zou kunnen bevestigen. Tot zijn teleurstelling bleken injecties met testosteron bij experimenten echter geen verjongend effect op het menselijk lichaam te hebben.

In de jaren veertig waren de behandelingen van Voronoff volledig afgeschreven. Toen Voronoff in 1951 overleed nadat hij was gevallen, schreven er maar weinig kranten over zijn dood – en wie dat wel deed, maakte hem belachelijk. In de jaren negentig hielden sommige wetenschappers Voronoff zelfs verantwoordelijk voor de mutatie waardoor het hiv-virus op mensen overgebracht kon worden, maar die bewering werd later ontkracht.

De ideeën van Voronoff over de geslachtsklieren van zoogdieren worden nog altijd beschouwd als belangrijke bijdragen aan de moderne endocrinologie, biologie en hormoonvervangende therapie. Zijn transplantaties van apenballen behoren echter tot de rare verhalen die de wetenschap het liefst gewoon vergeet.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij VICE Italië

Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram

Tagged:ballen