angststoornis

Wat als je een angststoornis hebt en op het podium moet staan?

"Ik denk dat ik zo’n beetje alles wel eens heb afgezegd vanwege angst of paniek – feestjes, afspraken, noem maar op – maar een optreden nog nooit."
Bij Mensen Zeggen Dingen
Jesse Laport bij de Mensen Zeggen Dingen

Angst- en paniekstoornissen komen veel voor, maar liefst één op de vijf Nederlanders krijgt ermee te maken. Een angststoornis kan heftige angsten veroorzaken in het dagelijks leven, vaak zonder dat er daadwerkelijk gevaar aanwezig is. Zelfs kleine dingen, zoals even naar de supermarkt gaan voor een pak muesli, kunnen een enorme uitdaging worden.

Het lijkt daarom niet zo voor de hand te liggen om een angststoornis te combineren met werk waarvoor je om de haverklap op een podium moet staan, met felle lichten die in je gezicht schijnen en honderden mensen die je verwachtingsvol aanstaren. Veel mensen worden immers zenuwachtig van het idee voor een groot publiek te moeten staan (uit onderzoek blijkt zelfs dat public speaking het vaakst genoemd wordt, wanneer mensen naar hun angsten worden gevraagd).

Advertentie

Maar Jesse Laport, de stadsdichter van Arnhem, doet dat toch. Hij staat wekelijks op een podium, waaronder die van festivals als Lowlands, Zwarte Cross en Pukkelpop, en daarnaast organiseert en presenteert hij evenementen. En dit allemaal met een angststoornis. Wij vroegen hem hoe hij dit zenuwslopende beroep combineert met zijn angsten. 


Hoi Jesse, wat houdt je angststoornis precies in?
Het heeft lang geduurd voor ik er een beetje de vinger op kon leggen wat er met me aan de hand was. ADHD lag van kinds af aan al voor de hand, een beetje hypochondrie was me ook niet vreemd, maar ik heb langer paniekaanvallen dan dat ik weet wat ze zijn. Inmiddels kunnen we spreken van een gegeneraliseerde angst- en paniekstoornis.

Het dieptepunt was toen ik met mijn ouders op vakantie ging, zo’n acht jaar geleden. Ik had meerdere paniekaanvallen per dag, die uren konden duren. Hartkloppingen, géén hartslag, een hartslag van 130 keer per minuut, hyperventileren, steken, tintelingen, benauwdheid, tics, noem maar op. De hele rataplan. En dat dan urenlang. Hoe vaak ik op de snelweg wel niet dacht: ik spring uit de auto, dan is het in elk geval voorbij. Maar goed, inmiddels heb ik zo’n duizend keer gedacht dat ik doodging en ik ben er nog steeds. 

Ik heb je wel eens zien optreden en je staat – in mijn ogen in ieder geval – zelfverzekerd op het podium. Op het eerste gezicht lijkt dit lastig te rijmen met een angststoornis. Hoe bestaat dit naast elkaar?
Gek is dat, hé. Ik heb een heel onlogisch beroep voor iemand met mijn label. Zeker als je bedenkt dat publiekelijk spreken volksangst nummer één schijnt te zijn. Nu heb ik voor enorme en juist hele intieme groepen publiek gestaan, maar eigenlijk maakt de omvang niet zoveel uit: elk optreden is spannend. Op zich is dat maar goed ook: ik zou mezelf als artiest niet serieus nemen als het een trucje was dat ik fluitend zou uitvoeren. Maar deze spanningen bij optredens zijn erg lang – en nog steeds nu en dan – ziekelijk geweest. Dan kon ik maanden van tevoren al op tilt slaan over een optreden van vijf minuten in een andere stad. 

Advertentie

Ik denk dat ik zo’n beetje alles wel eens heb afgezegd vanwege angst of paniek – feestjes, afspraken, vergaderingen, uitjes, noem maar op – maar een optreden nog nooit. Toch heb ik talloze keren tot op de laatste minuut gedacht: ik doe het niet, nu gaat het écht niet goed. 

Ik heb opgetreden op de verjaardag van Máxima, bijvoorbeeld, en toen sloeg het ook toe. Ik wist ik zeker dat ik een hartaanval zou krijgen. Was het niet achter de coulissen, dan was het wel op het podium. Eenmaal aan de gang had ik weer nergens last van, maar gek genoeg is zo’n succeservaring nooit een belofte voor een volgende.

Maar zelfverzekerd ben ik er inderdaad óók. Want ik voel me nergens anders zo goed, als wanneer die onnodige ballast komt te vervallen, en ik ‘gewoon mezelf’ kan zijn. Dat is van korte duur, maar me heel veel waard. Wie me ziet optreden en zegt dat ik daar iemand anders ben, ziet het precies verkeerd om.

Is dat waarom je er toch mee door blijft gaan? 
Ja, het podium is namelijk ook de enige plek waar ik volledig in het moment ben. Dat is niet een gevoel dat ik van tevoren kan oproepen, maar eenmaal op de planken - de machine op adrenaline - heb ik helemaal geen tijd om ergens anders mee bezig te zijn. Het is een soort mindfulness-extreme, denk ik. Die vijf minuten knallen op het podium wegen gek genoeg op tegen al het andere. Het is het enige wat ik nooit heb willen opgeven.

Advertentie

En heb je in de loop der jaren manieren gevonden om met de angst om te gaan? 
Er zijn allerlei trucjes en gedragingen die ik door de jaren heen heb toegepast. Ik heb met mensen gebeld, mensen meegenomen, ik heb gedronken, oxazepam geslikt, afleiding gezocht, noem maar op. Maar elke vorm van vluchten en vermijden neemt op den duur in kracht af. Tegenwoordig heb ik, mede door voldoende exposuretherapie, Acceptance and Commitment Therapie, Stoïcisme, sport, gezonder leven en gewoon een heleboel gemaakte meters, veel minder van zulke trucjes nodig.

Wat wel veel helpt, is het vragen van ruimte en speling: soms vroeg ik bijvoorbeeld bij een optreden of er ergens een kamertje voor me was waar ik me even in zou kunnen terugtrekken als dat nodig bleek. En gaf ik aan dat ik misschien door paniek in de trein later zou komen. Of ik waarschuwde mensen dat ze zich niets moesten aantrekken van mijn hyperventilatie. Zo creëerde ik wat ruimte voor mezelf.

Inmiddels maak ik me over meer dan de helft van mijn optredens niet zo’n zorgen van tevoren. Ik denk dat er een beetje een eeltlaag is gegroeid, misschien. Of misschien heb ik na meer dan tien jaar doodgaan in de coulissen niet meer door dat ik sterf.

Je bent net gedebuteerd met je bundel In het ergste geval komt alles goed. Hoe verhoudt deze bundel zich tot je angststoornis? Hielp het maakproces je ook met de emoties om te gaan? 
Ik heb de afgelopen jaren alles wat ik heb geleerd omgezet in aforismen, korte gedichten en rijmpjes. Het begon eigenlijk als mantra’s voor mijzelf: als samenvatting van wat ik niet moest vergeten als ik het moeilijk kreeg. Deze bundel is dan ook helemaal niet vergelijkbaar met wat ik op het podium doe. Maar toen ik deze rijmpjes op social media begon te delen, bleken ze universeel gebruikt te worden, en besloot ik om mijn proces te blijven delen. Gek genoeg halen mensen met allerlei uitdagingen in hun leven er kracht uit en motiveert het anderen om ook hun verhaal te vertellen.

Wat zou je anderen adviseren die ook last hebben van angst of paniek?
Ik ben ervan overtuigd dat het begint bij praten. We kunnen niet aan oplossen beginnen als de problemen niet zijn uitgesproken, en problemen niet herkennen als we niet horen dat ze er zijn. Het lastige is dat een bepaald taboe ervoor kan zorgen dat je heel lang met iets kan rondlopen, waar misschien wel allerlei dingen aan te doen zijn. Allereerst zou ik iedereen dus van het idee willen afhelpen dat er mensen zonder problemen zijn. Ga ervan uit dat iedereen zijn kruis draagt, er lopen ongetwijfeld lotgenoten rond. Spreek met vertrouwenspersonen en je huisarts als je problemen ook een belemmering worden voor je dagelijkse leven. In de praktijk wordt het altijd beter ontvangen dan je vreest.

Daarnaast zijn veel clichés waar (geen alcohol, veel wandelen, mediteren, sporten, gezond eten), maar het is altijd een som van delen. Als je een kronkel in je kop hebt, gaat op een kussentje in de wierook zitten je niet redden. Maar die verstandige keuzes kunnen wél erger helpen voorkomen. 

Wat mij overigens ook flink heeft geholpen, is een soort ‘coach’ aanstellen. In mijn geval was dat mijn tante. Een jaar lang hebben we elke week afgesproken om een stukje met de trein te reizen. Eerst samen, korte stukjes. Toen langere stukjes, en op den duur achter elkaar aan in plaats van in dezelfde trein, net zolang tot ik in mijn eentje ging. Zo’n systeem kan iedereen verzinnen. 

En houd bij waar je staat: schrijf op wat voor je werkt en blik terug op alles wat je hebt opgeschreven. De bergen voor je zijn hoog, maar de bergen achter je zijn met meer.