Mausol
Foto uit de mausoleumfolder van Kramer
De Dood

Meer mensen laten zich begraven in mausoleums, cremeren is te bescheiden

We spraken met een mausoleumbouwer over grafhuisjes als ultieme viering van je leven.
Tim Fraanje
Amsterdam, NL

Mausoleums zijn één van de meest effectieve manieren om voor altijd herinnerd te worden. Het mausoleum van Halicarnassus is één van de zeven antieke wereldwonderen, en de satraap (gouverneur) van Carië zou, net als zijn functie-omschrijving en de naam van zijn landstreek, in de nevelen der tijd zijn verdwenen als hij het niet had laten bouwen. Eén van de mooiste voorbeelden in Nederland is het mausoleum van de laatste Duitse Keizer Wilhelm II in Doorn, die er ligt opgebaard als reminder dat hij het liefst ooit nog eens in de grond van een nieuw Duits keizerrijk wil worden begraven. 

Advertentie

Ik had mezelf nooit per se als kandidaat gezien voor een mausoleum, aangezien ik tot de generatie behoor die doorgaans al lang blij is om bij leven een appartement ter grootte van een mausoleum te betrekken. Maar toen mijn ego gestreeld werd op Instagram door een gesponsorde advertentie van mausoleums.nl, “omdat u het verdiend heeft”, verloor ik het financiële aspect volledig uit het oog. Ja, waarom ook eigenlijk niet? Ik besloot eens met een mausoleumbouwer te bellen over de trends en de mogelijkheden. 

Volgens Dirk-Jan van Dijk, van Kramer Uitvaartverzorging en Grafmonumenten, ben ik niet de enige die opeens op het idee komt om een mausoleum te laten bouwen voor mezelf. “Wij hebben toevallig nu weer iemand die zo’n huisje wil. Het is even weggeweest, maar de zestigers en zeventigers van nu komen er weer een beetje bij terug.” Volgens Van Dijk waren zestigplussers in de jaren tachtig en negentig minder uitbundig. Cremeren werd steeds meer de standaard. “Het was allemaal een beetje sober en ingetogen. Dat heeft puur te maken met bescheidenheid. Maar de generatie van na de oorlog, die nu nadenkt over hun uitvaart, heeft alleen maar welvaart meegemaakt.” 

Traditioneel bestaat de cultuur van mausoleums vooral in adellijke kringen en onder woonwagenbewoners, volgens Van Dijk. Nu ziet hij ook steeds meer “mensen uit de Quote 500” voor een groots grafmonument kiezen. “Een bekende makelaar heeft bijvoorbeeld alvast een mausoleum voor zichzelf laten plaatsen in zijn eigen tuin, ook al leeft hij nog. Hij is een keer naar mij toegelopen op een beurs, en zei: ‘Uitvaartbedrijven moeten eens een keer leren onderscheid te maken tussen bepaalde types mensen. Jullie leggen ons gewoon in de rij als we begraven worden. Maar we hebben nooit in een rij gewoond, dus we willen ook niet in een rij begraven worden.’”

Volgens Van Dijk is de grafcultuur een uiting van de verhoudingen in de maatschappij. “Rangen en standen lijk je in Nederland niet zo te hebben, maar bij een overlijden komen die verschillen opeens wel naar boven.” Want een mausoleum is nu eenmaal niet goedkoop. “Wij houden rond de 40.000 euro aan als richtlijn. Maar het kan zo duur worden als je wilt. Het kan een ton worden. En je zit ook nog met de grafrechten van de begraafplaats die je moet afkopen. Maar voor de mensen die dit willen maakt een paar honderdduizend euro meer of minder toch niet uit.”

Toch heeft niemand in Nederland de laatste tijd een piramide gebouwd, het extravagantste type grafmonument met de meeste overbodige stenen. “Het moet ook door de welstandscommissie komen.” zegt Van Dijk als ik hem vraag waarom niet. “Een huisje vinden ze nog wel goed, maar we hebben geen piramide-cultuur. Op Spaanse begraafplaatsen heb je bijvoorbeeld wel enorme monumenten staan. Maar als je jezelf zo belangrijk vindt dat je een heel groot monument wilt oprichten, word je in Nederland een beetje voor gek versleten. Een mausoleum kan nog wel, omdat het ook een doel heeft: dat de andere familieleden erbij kunnen.”