FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Gedragswetenschappers gebruiken nog steeds data van Facebook

De massale hysterie was voor de onderzoekers niet genoeg om de datasets over menselijk gedrag te laten liggen.
Afbeelding: Shutterstock

Als er na de hysterie rond het onderzoek van Facebook naar emoties afgelopen maand nog enige twijfel bestond over of er nog meer grootschalige experimenten onder social media-gebruikers zouden komen,  maak je geen zorgen: die komen er. Vandaag is er door PNAS weer een nieuw onderzoek gepubliceerd over het gedrag van Facebook-gebruikers.

Dit is geen verassing – Facebook biedt mooie nieuwe inzichten in psychologische processen zoals groepsgedrag en keuzegedrag, en levert datasets waar wetenschappers maar al te graag gebruik van maken. Het is wel verassend dat PNAS ervoor kiest om een Facebook-onderzoek te publiceren, terwijl ze een paar dagen geleden nog een “Redactionele uiting van zorg” uitbrachten over het eerste onderzoek.

Advertentie

In die uiting van zorg gaf het tijdschrift aan dat ze de manier waarop de data voor het onderzoek verzameld was, niet netjes vonden – voornamelijk omdat mensen niet zelf konden kiezen of ze meededen aan het onderzoek. Nu, een paar dagen later, brengen ze een ander onderzoek uit dat gebaseerd is op data van Facebook, waarvan de data op dezelfde manier verzameld zijn: zonder de keuze te bieden om wel of niet mee te doen.

In het laatste onderzoekers suggereren onderzoekers van Harvard, de University of Limerick in Ierland en de University of Oxford, dat mensen online eerder het gedrag van hun vrienden overnemen, dan dat ze aanbevelingen opvolgen om iets te doen. Of anders gezegd: mensen kiezen eerder een app die hun vrienden ook hebben, dan dat ze naar het lijstje ‘populaire apps op Facebook’ kijken.

Even voor de duidelijkheid, er zijn een aantal grote verschillen tussen het onderzoek dat vandaag gepubliceerd is en het onderzoek van afgelopen maand. Ten eerste heeft Facebook geen data gemanipuleerd tijdens het verzamelen van de gegevens. Verder maakt het onderzoek gebruik van data die al in juni en augustus 2007 verzameld werden en al eerder voor een PNAS-onderzoek gebruikt werden in 2010.

De onderzoekers van het recente onderzoek hebben een supercomputer gebruikt om een nieuw wiskundig model te ontwikkelen, dat de resultaten van het onderzoek in 2010 kon voorspellen – er is dus geen nieuwe data gebruikt. Het onderzoek uit 2010 – toen de gegevens voor het laatst gebruikt werden – behandelt gegevens die van Facebook en de applicaties zelf kwamen, om uitspraken te kunnen doen over “het spontane optreden van sociale invloed bij internetsystemen.” De datapunten kwamen van 100 procent van de potentiële applicatiegebruikers (oftewel, iedereen op Facebook), en 99 procent van alle beschikbare applicaties.

Advertentie

Het recente onderzoek is min of meer een hele grote rekensom. “De data die gebruikt is bevat geen informatie over individuen, en alleen informatie over de individuele applicaties, dus er zijn geen gevolgen wat betreft de privacy van individuele Facebook-gebruikers,” aldus het persbericht van het onderzoek. Desalniettemin worden er wel gegevens gebruikt die verzameld zijn zonder toestemming van de Facebook-gebruikers zelf.

Ik heb zelf geen moeite met de manier waarop de onderzoeken uitgevoerd zijn – Facebook manipuleert je newsfeed al jaren, en het is geen geheim dat Facebook-applicaties een achteringang zijn voor het verzamelen van data.

Maar het lijkt me wel wat vreemd dat het tijdschrift afstand doet van een onderzoek dat precies hetzelfde is als talloze andere onderzoeken, om vervolgens een paar dagen later een soortgelijk onderzoek te publiceren, ten gunste van dezelfde mensen waar de ‘uiting van zorg’ aan gericht was.

Sociale media zijn voor psychologen een droom die uitkomt, en één akkefietje gaat dat niet veranderen. Voor een overtuigend bewijs hoef je niet verder te kijken dan de conclusie van het onderzoek dat vandaag op PNAS kwam:

“Online experimenten zijn succesvol uitgevoerd in gemodelleerde sociale wetenschapen, maar de uitdaging ligt in het onderzoeken van online omgevingen die daadwerkelijk gebruikt worden. Als er longitudinale data beschikbaar is, zoals nu het geval is, is het mogelijk om de nauwkeurigheid van een model te bepalen, niet alleen voor lange-termijn gedrag, maar ook voor dynamisch gedrag,” schrijven de onderzoekers. “Nu er steeds meer data met een hoge temporele resolutie beschikbaar komt, denken we dat deze modelleerstrategie steeds belangrijker wordt.”

Je kan hier binnenkort trouwens hartstikke leuk stage komen lopen. Klik hier voor meer info of mail meteen naar alejandro.tauber@vice.com.