FYI.

This story is over 5 years old.

geestelijke gezondheid

Met overleden mensen werken kan aardig wat stress met zich meebrengen

Mensen in de begrafenisindustrie hebben vaak last van angsten en veel stress. Het probleem staat ook wel bekend als 'compassiemoeheid'.
Foto eigendom van Laura Hardin

Laura Hardin (29) begon de balsemprocedure bij een overleden persoon, zoals ze in de afgelopen zes jaar al honderden keren had gedaan. Stap één: het lichaam wassen met ontsmettingsmiddelen. Twee: een incisie maken in de slagader. Drie: bloed vervangen voor chemicaliën. Vier: de organen laten leeglopen. Vijf: de gezichtsuitdrukking vormgeven, waarbij ze twee plastic 'oogkapjes' gebruikte om de oogleden op hun plek te houden. Maar in maart van 2016 begon Hardin last te krijgen van paniekaanvallen. Binnen een week werd ze ongeveer elk uur overvallen door een paniekaanval. “Ik had iedere keer het idee dat ik een beroerte kreeg," herinnert Hardin zich. “Het was alsof ik droomde. Ik verloor alle grip op de werkelijkheid.” Hardin moest elke dag vijf lichamen balsemen in een mortuarium, een familiebedrijf in Californië, en voelde zich extreem overweldigd. In de hoop een oplossing te vinden keerde ze zich tot haar huisarts. Die vertelde haar dat haar beroep de oorzaak kon zijn van haar plotselinge angstgevoelens. In een werkveld dat zich richt op overledenen en hun rouwende families, is er doorgaans maar weinig aandacht voor de geestelijke gesteldheid van de werknemers in deze sector. Door de lange dagen, onvoorspelbare werkweek en emotionele eisen worden begrafenisondernemers doorlopend blootgesteld aan sterke psychologische stressfactoren. Het hoge stress- en angstniveau waar veel zorgverleners mee te kampen hebben, wordt ook wel ‘compassiemoeheid’ (CM) genoemd. CM is een emotionele en fysieke vermoeidheid waar professionals in de zorg op den duur niet zelden mee te maken krijgen, zegt Charles Figley, professor in de psychologie aan de Tulane University in Louisiana, en mede-oprichter van de Society for Traumatic Stress Studies. Figley, die de term bedacht heeft, associeert CM met een verhoogd risico op depressies en angststoornissen en meer werkverzuim als het gevolg van stress.

Advertentie

Hoe langer Hardin nadacht over haar diagnose, hoe meer ze zich realiseerde dat het niet de overledenen waren die haar angst aanjoegen – het waren de levenden.

Een onderzoek uit 2006, dat verscheen in de American Journal of Orthopsychiatry, concludeerde dat er een directe correlatie is tussen CM en de werkomgeving, en dus geen gevolg is van negatieve levenservaringen of persoonlijke trauma’s. Maar hoe langer Hardin nadacht over haar diagnose, hoe meer ze zich realiseerde dat het niet de overledenen waren die haar angst aanjoegen – het waren de levenden. Volgens Hardin werd de angst nooit veroorzaakt door de aanblik van een dood lichaam; in plaats daarvan gelooft ze dat het ontstaan van haar CM het gevolg is van de lange werkdagen en hoge eisen die continu aan haar gesteld werden. Hoewel ze eigenlijk van acht tot vijf hoorde te werken, begonnen haar werkdagen normaal gesproken een uur eerder, werkte ze door tijdens de lunch en ging ze pas om zes uur naar huis. Terwijl de behandeling van een gemiddeld lichaam ongeveer één tot twee uur duurt, kan iemand op wie een autopsie is uitgevoerd wel vier uur in beslag nemen, en een orgaandonor wel acht uur. Naast het balsemen was Hardin ook verantwoordelijk voor het aankleden, opmaken en opbaren van de overledenen. En daar hielden haar taken nog niet op. Hardin overzag ook het identificeren van de overledenen en het verwijderen van eventuele medische hulpmiddelen voor de crematie. Ook reed ze de kisten naar de opslagloods en werd er van haar verwacht regelmatig de koelingen schoon te maken. “Je wordt een martelaar,” zegt ze. “De managers en eigenaren verwachten dat je niet in je eigen behoeften voorziet.” Hardin balsemde zo'n 3.000 lichamen per jaar, en raakte extreem gestrest. Ze zegt nooit een pauze te hebben gehad in de twee jaar dat ze voor het bedrijf werkte. “In deze sector heerst een cultuur die werknemers het idee geeft dat ze hun eigen gevoel moeten wegstoppen,” zegt Alan Creedy, voormalige voorzitter van de Amerikaanse Funeral Service Foundation. “Je bevindt je op een dunne lijn, omdat je zowel leverancier als zorgverlener bent."

“Mijn collega raakte zo gestrest van het werk, dat hij een van de bedrijfsvoertuigen volledig in de prak reed."

Hardin was verre van de enige werknemer die de consequenties van CM voelde. Eén collega stortte voor haar ogen in. “Hij raakte zo gestrest van het werk, dat hij een van de bedrijfsvoertuigen volledig in de prak reed,” herinnert ze zich. “Ik zag met hem hetzelfde gebeuren als wat er met mij was gebeurd.” Alexandra Mosca is al bijna vijfendertig jaar begrafenisondernemer in de New Yorkse wijk Queens. Mosca gelooft dat weinig mensen zich realiseren hoe emotioneel slopend het is om werkzaam te zijn in deze sector. "Mensen moeten zich beseffen hoe aangrijpend dit werk is,” zegt ze. “We zien verschrikkelijke dingen, dingen waarvan ik had gehoopt dat ik ze nooit te zien zou krijgen." Hoewel veel uitvaartcentra rouwondersteuning bieden aan hun klanten, zijn er maar weinig die dat ook aan hun medewerkers bieden. “Het is een branche waarin je niet wordt aangemoedigd om je gevoel te uiten,” zegt Creedy. “Net zoals bij soldaten die uit een oorlogsgebied terugkeren. Het is niet de bedoeling dat ze emotionele gevolgen ondervinden door hun werk, maar dat gebeurt natuurlijk wel." Terwijl Hardin zich begon te realiseren wat er met haar aan de hand was, vreesde ze dat ze haar baan kwijt zou raken als ze over haar angsten zou beginnen. “Als je geestelijke gezondheidsproblemen begint te vertonen, zullen begrafenisondernemers veelal denken dat je een risico vormt,” zegt ze. “Ze zullen je vertellen dat je misschien niet geschikt bent voor dit werk.” En andere karakteristiek kenmerk van CM is het onvermogen om je persoonlijke leven te scheiden van je rol als professional. Voor de mensen in de begrafenisindustrie is die scheidslijn onduidelijk. Veel begrafenisondernemers zijn namelijk dag en nacht oproepbaar, en ontvangen telefoontjes en berichten over de overledene nadat ze naar huis zijn gegaan. Zodra ze zich realiseerde dat haar werk haar persoonlijke relaties begon te schaden, besloot Hardin haar baan op te zeggen. Ze balsemt nu op freelance basis, en werkt in verschillende mortuaria tegen een vast uurtarief. Ze is haar eigen baas en bepaalt haar eigen uren. Nu ze eindelijk enige afstand voelt tussen haar eigen persoon en haar werk, hoopt Hardin dat mensen een ander beeld zullen krijgen van uitvaartondernemers. “We zijn geen robots die begrafenisdiensten afdraaien,” zegt ze. “We zijn mensen.” Tonic is de nieuwe site over gezondheid van VICE. Volg ons op Facebook.