twee vrouwen op stoelen
Foto door Robin Marchant via Getty / Foto via Flickr

FYI.

This story is over 5 years old.

Identiteit

We leven in een Girlboss-tijdperk van de hypocriete ‘feministische’ baas

Vrouwelijke leidinggevenden zetten zichzelf vaak neer als uitgesproken feministische rolmodellen – maar wat stelt dat eigenlijk voor als ze niet goed voor hun werknemers zorgen?

"Ze is pittig, vaardig en vastberaden om een mode-imperium op te bouwen," luidt de slagzin van Girlboss, een serie van Netflix die losjes gebaseerd is op het verhaal van Sophia Amoruso, oprichter van kledingbedrijf Nasty Gal. De serie blijft bij het verhaal dat Amorosu creëerde voor zichzelf: een eigenzinnige, ondernemende vrouw die tegen alle verwachtingen in succes heeft met haar bedrijf, en daarin slaagt juist omdat ze een vrouw is – een Girlboss! – die andere vrouwen begrijpt en in ze gelooft.

Advertentie

Maar waar de serie niet over gaat? In 2015 spanden voormalig Nasty Gal-werknemers een reeks aan rechtszaken aan waarin ze beweerden dat het bedrijf niet het girlpowerparadijs was dat Amoruso deed voorkomen. Volgens een klacht die Jezebel binnenkreeg, heeft het bedrijf "vier zwangere vrouwen en een man die vaderschapsverlof wilde" ontslagen, wat in strijd is met de wet in Californië (een woordvoerder van Nasty Gal noemde de beschuldigingen "lasterlijk" in een verklaring aan Jezebel, eraan toevoegend dat de rechtszaken "nietig en ongegrond" zijn). In daaropvolgende anonieme interviews spraken andere werknemers van een schrikbewind, waar links en rechts mensen werden ontslagen en waar Amoruso werd omschreven als "wraakzuchtig".

Met de toenemende populariteit en zichtbaarheid van feminisme in de popcultuur – en de toenemende lucrativiteit van de beweging – is het verhaal dat in Girlboss verteld wordt behoorlijk wijdverspreid, en herkenbaar. In toenemende mate worden ons geromantiseerde verhalen over vrouwen voorgeschoteld die meer macht in het bedrijf krijgen door zichzelf en hun bedrijven als feministisch te promoten, en zowel hun producten als werkplekken te framen als spil voor empowerment en progressieve waarden. Maar zoals verschillende opvallende schandalen in de afgelopen maanden hebben aangetoond, is het beeld van de zelfbenoemde feministische CEO veel complexer dan de aandacht die het in de media krijgt. Hoe goed is het om een bedrijf als feministisch te bestempelen als de werknemers niet eerlijk worden behandeld?

Advertentie

Steeds vaker worden ons geromantiseerde verhalen over vrouwen voorgeschoteld die meer macht in een bedrijf krijgen door zichzelf en hun bedrijven als 'feministisch' te promoten.

Neem Modcloth, het online kledingbedrijf dat recent is aangekocht door Jet, een dochteronderneming van Walmart. Modcloth begon als klein, expliciet feministisch bedrijf dat trots was op hun plus-size-opties. De werknemers zeggen nu dat er sprake is van routinematige ontslagen, lage lonen en ongevoelige opmerkingen, die haaks op de waarden van het bedrijf staan – Jezebel meldt dat Matt Kaness, die sinds 2015 CEO is, in een vergadering aan de medewerkers vertelde dat er minder plus-size-modellen op Modcloth moeten verschijnen, omdat ze niet "nastreef"-waardig zijn (Kaness ontkent dat hij dit heeft gezegd).

Dan is er Thinx, het bedrijf in ongesteldheidsondergoed dat zichzelf als hip, progressief en buitengewoon feministisch heeft gepresenteerd. Net als Amoruso heeft Miki Agrawal, de zelfbenoemde 'She-EO' van Thinx die van zichzelf een alternatief feministisch icoon gemaakt – een innovator die geprezen wordt om haar verfrissende vermogen om seksistische taboes te doorbreken. Maar ook bij Thinx was volgens veel mensen sprake van dubieuze arbeidspraktijken – zoals bijvoorbeeld te lage lonen, terwijl het bedrijf veel winst maakte, een ondermaats moederschapsverlofbeleid en een schadelijke werkomgeving.

Zowel huidige als voormalige werknemers van het bedrijf vertelden aan Rackeddat hun vakantiedagen plotseling werden ingekort en dat de gezondheidszorg veel te duur was; een week later meldde het tijdschrift New York dat een voormalig Tinx-werknemer een rechtszaak had aangespannen wegens seksuele intimidatie tegen Agrawal (Agrawal noemde deze beschuldigingen "onjuist" en zei dat ze "absoluut ongegrond" waren.)

Advertentie

Het is lastig om het imago van Agrawal als feminist te rijmen met de aantijgingen, die in het artikel van New York uitvoerig worden beschreven, namelijk dat ze aan de borsten van een werknemer zat en openlijk "direct of achter hun rug" commentaar gaf op hun gewicht. "Je komt mensen tegen die haar verafgoden," zei een voormalig werknemer tegen Racked. "Het is best wel lastig om mensen te horen zeggen dat zij hun 'feministische heldin' is, terwijl ik heb meegemaakt dat ze een voormalig werknemer een 'bitch' noemde tijdens een meeting."

Hoe leidde een omgeving voor seks- en lichaamspositiviteit tot een baas die naar men zegt commentaar heeft op de borsten van werknemers?

Dus hoe is dit in zijn werk gegaan? Hoe heeft een vermeend feministisch bedrijf naar horen zeggen in vakantiedagen lopen snoeien, een buitensporig dure gezondheidszorg en het ouderschapsverlof verkort tot twee weken? Hoe heeft een bedrijf dat om vouwen-empowerment draait ervoor gezorgd dat slechts twee mannelijke werknemers met succes hebben gepleit voor loonsverhoging? Hoe leidde een omgeving voor seks- en lichaamspositiviteit tot een baas die naar men zegt commentaar heeft op de borsten van werknemers? En, misschien nog belangrijker, waarom zijn we hierdoor verrast?

Ik heb de schokkende discrepantie tussen de feministische missie en de realiteit persoonlijk meegemaakt: zo protesteerden ik en mijn collega's van Babeland, de seksspeeltjeswinkel die eigendom is van vrouwen en queers, vorig jaar nog. Klanten ervaren Babeland doorgaans als een gastvrije en leuke plek om meer over hun lichaam te weten te komen. Maar voor ons werknemers was het verre van het feministische ideaal. Pas toen we over een contract hadden onderhandeld, kregen we de rechten toebedeeld die men beschermd tegen intimidatie op de werkvloer, en ontvingen we hogere lonen voor het personeel dat vooral uit queer- en transmensen bestond. Massima Lei, een van mijn vroegere collega's, herinnert zich dat mensen "geschokt" waren toen ze erachter kwamen dat we deze rechten niet altijd hadden.

Advertentie

Lei merkt op dat als vrouwen hoger op de hiërarchische ladder zijn geklommen, dat misschien kan worden gezien als succes, maar het hardnekkige feit blijft dat "we geen alternatieven ontwikkelen" voor die hiërarchie. In plaats daarvan kopiëren we de machtsstructuren die kwetsbare werknemers nog verder marginaliseren. Natuurlijk is het fijn als queervrouwen een bedrijf runnen, maar het zou nog veel fijner zijn als hun, voor het grootste deel queer, trans en vrouwelijk personeel iets in te brengen heeft als het om de arbeidsomstandigheden van dat bedrijf gaat.

Media-aandacht gaat vaak naar feministische merken die geleid worden door een vrouw, een She-EO of Girlboss, waardoor wordt veronderstelt dat feministische bedrijven op dezelfde manier gerund kunnen en moeten worden als de door mannen gedomineerde bedrijven, maar dan met vrouwen in prominente posities. In veel van deze stukken is geen oog voor alle andere werknemers – je zou bijna denken dat alle feministische bedrijven door één persoon worden gerund.

Volgens Maga Miranda, docent en onderzoeker en de vrouw die de internationale vrouwenstaking in New York mede-organiseerde, vertrouwen reguliere feministische organisaties te veel op bedrijfsmodellen van succes, wat in hun eigen nadeel kan werken. "Meer vrouwelijke CEO's betekent niet altijd betere voorwaarden voor álle vrouwen," zegt ze tegen Broadly. Als een vrouw de leiding heeft betekent dat niet dat het bedrijf voor een feministische revolutie zal zorgen of dat het zich zelfs inlaat met rechtvaardige arbeidspraktijken, zegt ze, terwijl ze haar eigen onderzoek over Latijns-Amerikaanse immigranten die werkster zijn aanhaalt, waaruit blijkt dat de chefs van veel van deze huishoudsters "vrouwen in de midden- of hogere klasse zijn die de werknemers niet met de respect behandelen."

Miranda onderstreept het belang van het veranderen van ons kader: in plaats van je te concentreren op een paar vrouwen die succesvol zijn, moedigt ze feministen aan om te "beginnen met te kijken naar waar de overheid en bedrijven voor sommige vrouwen tekortschieten en zich te richten op het verhogen van hun eisen."

Een soort feminisme dat zich concentreert op de behoeftes van werknemers zal situaties kunnen verbeteren – bijvoorbeeld die van huishoudelijk personeel dat samenkomt en zich aansluit bij de vakbond. Het soort feminisme dat vrouwen en alle mensen verantwoordelijk houdt voor de werkomstandigheden in de zakenwereld. Een zogenaamde girlboss is niet onze redding, maar in de voetsporen treden van feministen uit de arbeidersklasse die hebben gevochten voor gelijkheid, dat misschien wel.