Drie jonge mensen in een serieuze discussie rond een eettafel
Foto: Uwe Krejci via Getty Images
maatschappij

Waarom kunnen mensen zich niet meer normaal gedragen in het openbaar?

We vroegen Kirsty Sedgman, de auteur van ‘On Being Unreasonable’, waarom mensen tegenwoordig knokpartijen in sportscholen en vliegtuigen hebben.

Je hebt de toename van vijandigheid en regelrechte agressie in het openbaar vast wel gezien: bijvoorbeeld de vrouw die dronken meezong met de musical van The Bodyguard en de show twee keer stillegde voordat ze door de politie werd verwijderd. In november begonnen twee mensen uit het publiek te vechten bij een vertoning van Hamilton in Manchester. En afgelopen week, in hetzelfde theater, heeft een man een vrouw naar verluidt herhaaldelijk op de arm geslagen en haar gezegd dat ze stil moest zijn tijdens het ballet, waarop de echtgenoot van die vrouw die man op het hoofd heeft geslagen en misschien zelfs zijn oogkas heeft verbrijzeld.

Advertentie

En dan hebben we het nog maar over één theater in Engeland. Maar dit soort incidenten vinden niet uitsluitend in het VK plaats, en ook niet alleen in theaters. Het gebeurt vrij letterlijk in elke publieke ruimte en bij elk evenement: er zijn steeds meer mensen die zich misdragen bij concerten, elkaar filmen in clubs of in de gym, en ik hoef je vast niet te vertellen over alle vliegtuig-gerelateerde nachtmerries die zich bijna constant lijken voor te doen. 

Met andere woorden: het volk, waaronder jij en ik, maakt het niet zo goed. En dat brengt ons bij Kirsty Sedgman, een senior theaterdocent aan de Universiteit van Bristol. Haar specialiteit is het publiek, en als reactie op het nieuwsverhaal over de man met de verbrijzelde oogkas plaatste ze een reeks tweets over waarom er een opkomst van publieke misdragingen lijkt te zijn. Ze heeft ook recent een boek uitgebracht, genaamd On Being Unreasonable, dat over dit exacte onderwerp gaat, dus we hebben deze kans aangegrepen om uitleg te krijgen over waarom mensen tegenwoordig zo ontspoord zijn.

Advertentie

VICE: Hoi Kirsty! Ik ben erg benieuwd naar je onderzoek naar het publiek.
Kirsty Sedgman:
Mijn onderzoek gaat over dingen als: wat betekent het om ons te voelen alsof we degelijke mensen zijn, met het recht om andere mensen te veroordelen en te beschamen? En wanneer is dat daadwerkelijk iets goeds, omdat dat het sociale contract in stand houdt en ons aanmoedigt om ons sociaal te gedragen, en wanneer gaat het misschien een grens over en wordt het een onacceptabel soort gedragspolitie? Het balletincident was met name interessant omdat het verschillende lagen had: iemand werd tot stilte gemaand, en in plaats dat diegene zich stil hield of sorry zei, of misschien een passief-agressieve ‘tut’ liet horen, liep het uit op geweld. In dit ene incident zitten verschillende aspecten die ik sinds ik aan dit onderzoek werk  ook elders steeds vaker zie. 

Author Kirsty Sedgman posing against graffiti backdrop

Kirsty Sedgman. Photo courtesy of Kirsty-Sedgman

Het lijkt er bijna op alsof het publiek steeds onstuimiger wordt.
Mensen zeggen al sinds de tijd van Plato precies hetzelfde. Plato schreef 2000 jaar geleden dat het publiek vroeger stil en respectvol was. Maar er was een “hatelijke theatrocratie” ontstaan, zoals hij het noemde, waarbij mensen in het publiek die voorheen hun mond hielden ineens hun stem leken te hebben gevonden. Dus in zekere zin praten we al heel erg lang over de vraag of er een groeiend probleem van slecht publieksgedrag is, maar ook antisociaal gedrag in het algemeen. Voor de pandemie was er ook al een groeiend gevoel dat mensen in het publiek zich steeds slechter gingen gedragen. Maar sinds COVID lijkt het onbetwistbaar dat er een merkbare verschuiving is geweest – er is iets veranderd. We hebben nog geen harde kwantitatieve data, hoewel die wel langzaam naar binnen druppelt. Steeds meer mensen lijken zich actief te verzetten als ze gevraagd worden om andere mensen niet te storen. 

Advertentie

Er is een echte honger, en ook een echte gemeenschappelijke behoefte aan ruimtes in de maatschappij die ruimte bieden aan uitbundige vormen van vreugdevolle collectieve ervaring. Dus sommige mensen voelen een weerstand tegen het weer teruggaan naar theaters en daar dan in complete stilte blijven zitten, want ze willen helemaal niet dat het theater zo is. Dat is een van de redenen waarom ik veel met theaters werk – hoe balanceer je die tegenstrijdige behoeftes zonder de ervaring voor alle anderen te verpesten?

Kunnen we zien wat er gaande is in de maatschappij door naar het gedrag van publiek te kijken?
Hoe meer ik publiek bestudeer, met name bij liveoptredens – zowel historisch als het moderne publiek – des te meer ik besef dat ze altijd de kanarie in de kolenmijn zijn geweest. Ze zijn een geavanceerd waarschuwingssysteem voor wanneer maatschappelijke verschuivingen of  veranderingen of frustraties op het punt staan om in algemenere zin te verschijnen. Ze komen heel vaak als eerste in ruimtes van live performances tot uitbarsting. Dat komt niet door de geweldige overweldigende kracht van kunst, maar voornamelijk omdat dat, pragmatisch gezien, een van de weinige ruimtes zijn die we hebben waar verschillende leden van de maatschappij vaak in een behoorlijk kleine ruimte samenkomen.

Nog een plek waar we mensen tegenwoordig steeds vaker ruzie zien hebben met anderen is het openbaar vervoer, aangezien we daar als sardientjes in blik samengepakt zitten… Wat me vooral interesseert aan die momenten is hoe we dezelfde gebeurtenissen kunnen aanschouwen, of dat nou via een video is of omdat we er zelf bij aanwezig waren, en vaak tot radicaal andere conclusies kunnen komen over wie er zich redelijk gedroeg.

Advertentie

Op social media zie je vaak een video van een heftige woordenwisseling, en dan staat er in het bijschrift iets als: “Wie heeft er ongelijk?”
Dat is een van de dingen waar ik over schrijf in On Being Unreasonable. Die ideeën over wie er redelijk is, en hoe we kunnen uitvogelen wat er juist is in een wereld waarin we allemaal denken dat we redelijke mensen zijn. Maar ik denk dat we precies dat soort patronen zien op het internet, in cafés, in onze buurten. Dit is al een hele tijd gaande, maar sinds de jaren zeventig is het wel merkbaar toegenomen. We zagen een geleidelijk proces van politieke, technologische en economische stimulering om op een individualistische manier in plaats van een communautaire manier te denken. 

Dat wil niet zeggen dat we niet verantwoordelijk kunnen worden gehouden als we ons als egoïstische klootzakken gedragen. Een deel van wat ik beargumenteer is zelfs dat we solide mechanismen nodig hebben om het sociale contract daadwerkelijk in stand te houden, en mensen aan te moedigen om zich te gedragen op manieren die niet storend zijn voor anderen – geen luide muziek in het openbaar vervoer luisteren, bijvoorbeeld. Maar wat ik ook zeg is dat we na moeten denken over welke mechanismen ervoor zorgen dat we zo verdeeld raken. Social media is daar natuurlijk een belangrijk onderdeel van, omdat die ruimtes niet echt zijn ingericht op het voeden van onderhoudende en productieve vormen van communicatie. 

Advertentie

Het lijkt erop dat er ook veel slecht gedrag wordt vertoond bij concerten, in sportscholen, in vliegtuigen, etc. Wat zijn daar de daadwerkelijke oorzaken van?
Het is niet alleen slecht gedrag, maar er gebeuren ook echt heel rare dingen. Volgens mij kreeg Pink bij een concert een zakje met de as van iemands moeder aangereikt; iemand gaf Taylor Swift een stuk brie. Dus ja, er gebeuren een hoop rare dingen wanneer mensen samenkomen. Een deel van deze puzzel is dat social media iedereen, maar vooral jonge mensen, beloont voor het genereren van content. Veel van de Gen Z-mensen met wie ik werk en die ik ken zien dat content produceren daadwerkelijk een rendabele carrière-optie is. Dus het is mogelijk dat sommige mensen, vooral de mensen die meer rare dingen doen, misschien hopen dat iemand het filmt – misschien proberen ze het in content te veranderen.

Iemand zoals de persoon die Pink een zakje met as geeft… Je hebt het fenomeen genaamd parasociale relaties, waarbij we hele sterke connecties vormen met mensen die we alleen maar via een scherm kennen. En social media heeft dat gevoel natuurlijk versterkt, want het voelt alsof we iemand op een persoonlijker niveau leren kennen. Maar die beroemdheid heeft geen idee wie wij zijn. Een liveoptreden vormt ook een van die weinige ruimtes waarin mensen door die vierde wand heen kunnen breken. Ik betwijfel dat mensen die concerten bijwonen en iets doen dat door de performer wordt opgemerkt, denken dat dat betekent dat ze daardoor een echte relatie met de performer aangaan. Maar er kan wel het gevoel zijn van, “Nou, ik wil een soort connectie. Ik wil het gevoel hebben alsof ik door die persoon ben opgemerkt, ook al is het maar voor een seconde.”

Wat gebeurt er binnen een maatschappij als je mensen het sociale contract ziet verbreken, vooral machtige mensen die de regels straffeloos verbreken, en je niet alleen ziet dat ze ermee wegkomen, maar er zelfs actief profijt van hebben? Voor sommige mensen kan dat echt leiden tot een sterk gevoel van, “Nou, als gezagsdragers de regels verbreken, waarom zou ik dan deze verantwoordelijkheden moeten hebben?” Daarom noem ik het, enigszins grappend, “vertel me niet wat ik moet doen-itis”. 

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op VICE UK.

Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.