Ik bleef 24 uur nuchter op Dour

FYI.

This story is over 5 years old.

Drugs

Ik bleef 24 uur nuchter op Dour

Om de wetenschap en de mensheid grote stappen vooruit te helpen, stortte ik me in een totaal grensverleggend experiment.
JB
Antwerp, BE
EC
foto's door Esther Couderé

Het moest een triomfantelijke terugkeer worden. Jaren geleden was Dour steevast verplichte kost, maar op een bepaald moment was ik klaar met deze bikkelharde overlevingsstrijd. Dour is als de dodentocht - als je die geïntoxiceerd, ondervoed en zonder enige slaap moest afleggen. Na een paar dagen Dour voelde ik me altijd alsof er zeventien vrachtwagens over me heen waren gereden, en ik daarna in een bad met brandend zwavelzuur was gerold.

Advertentie

Maar ja, elk jaar is die verdomde line-up zo hard.

Daarom verzon ik het plan om het eens helemaal anders aan te pakken. Ik zou naar het zuidoosten van België rijden en daar in ieder geval 24 uur nuchter blijven, tussen alleen maar mensen die dat niet zijn. Daar is Dour namelijk best wel berucht om, en een etmaal lang op louter cola functioneren is wat dat betreft een tamelijk grensverleggend experiment.

Ik stapte vol goeie moed in de auto, en op vrijdag, rond 13.00 uur, reed ik samen met mijn fotograaf slash vriendin de parking op. Eenmaal binnen de hekken belde ik direct m'n vrienden, die er al sinds woensdag met een kleine twintig man waren.

Kleine kanttekening: een maand geleden brak ik mijn voet (de manier waarop doet er even niet toe). Ik draag ondertussen geen gips meer, maar wel een Walking Boot, het equivalent van een skibot voor mensen met een fractuur.

Voordeel: we mogen op de gehandicaptenparking staan. Nadeel: eens bij onze vrienden op de camping aangekomen ben ik zo afgemat dat ik eerst een uur op m'n plooistoel moet recupereren.

De afstanden zijn nog steeds pure waanzin en m'n voet is natuurlijk nog niet volledig de oude. Terwijl ik even bijkom en van een flesje water sip, speelt m'n gezelschap een verlepte versie van truth or dare – waar wat mij betreft iets te veel lippenstift en tongzoenen bij komt kijken.

Even later komt de groep toch in beweging. Acid Arab is de eerste naam die ik van m'n lijstje kan krabben. Ik zit aan de kant van de tent op m'n stoel, en ben al snel een joint aan het rollen voor een jonge Waalse dame naast me, die iets brabbelt over "een downer nodig hebben". Het irriteert haar wanneer ik niet mee wil roken. Ze vraagt me of ik in m'n dagboek aan het schrijven ben. "Nee," antwoord ik, "ik maak aantekeningen voor een stuk – ik ga 24 uur nuchter blijven." Ze kijkt me aan met een blik vol verstomming, brabbelt nog wat, en waggelt door. Het dringt stilaan tot me door dat dit gesprek de toon zet voor wat nog komen moet.

Advertentie

Na de set van Jonwayne ontmoet ik Alex en Adrian op de wei. "Wij zijn enkel een beetje dronken, dude. Maar we verkopen wel crack!" - Hij doet spontaan z'n broek af, draait zich om en laat me zijn 'crack' zien. Voor ik het weet zitten Alex, Adrian en nog enkele vrienden in m'n plooistoel, "voor de foto!" Mijn arme stoel heeft het op Dour welgeteld vier uur uitgehouden.

Frank, een wat oudere Kempenaar die een half uur geleden een vuurtje kwam vragen en sindsdien op magische wijze deel uitmaakt van onze groep, staat naast me tijdens Alcest. Hij vraagt me voor de negende keer in een kwartier "wat ik nu juist doe, in het leven". Ik antwoord braafjes, wetende dat mijn repliek toch niet boven zijn malende kaken uit zal komen. Het is nog geen negen uur 's avonds, maar ik heb enorme honger. Tijd voor een erbarmelijk broodje falafel met een flinke laag zelfbeklag als saus. Het valt me op hoeveel meer ik eet, nu er geen glazen boterhammen aan te pas komen. Tijdens De La Soul, op de mainstage, komt onze groep vrienden Amélie tegen. Haar linkeroog bloedt, omdat, zo vertelt ze, even daarvoor haar "vriendin Laure een kartonnen bierhouder tegen haar oog heeft gegooid." Ik vraag haar of ze niet naar het rode kruis zou gaan. "Nah man, komt wel goed toch?" roept ze, terwijl ze non-stop knippert omdat haar wimpers hun job niet meer kunnen doen. Ik voel een bezorgdheid die ik nog nooit eerder heb gevoeld op een festival.

Advertentie

De jongens van SuicideBoys roepen even later zo hard over hun eigen liedjes, dat de hele Jupiler Boombox in een razende moshpit transformeert. Goed voor de sfeer, maar voor de camera van mijn fotograaf en mijn voet niet ideaal. Iets alcohol-vrij's te drinken halen en naar Amenra kijken dan; maar in de nog lege La Caverne-tent word ik aangesproken door een priester en zijn non. Of ik heerlijke tosti's wil kopen. De vier ogen die me intens aanstaren verraden dat het niet om het Lichaam van Christus gaat. Wanneer hij ook daadwerkelijk een dubieus zakje bovenhaalt, wandel ik verder.

Wist je trouwens dat op Dour gemiddeld 19 idioten op 5 minuten tijd over een opstapje aan La Caverna struikelen? Daar waar de houten platen beginnen die het terrein effen maken, en zompige modderpoelen voor het podium moeten voorkomen. Ik moet me bezighouden met iets anders dan rottig veel bier zuipen, en dit is eerlijk leedvermaak. Nummer 19, een jonge vlerk met een bijna terug modieuze driekwartsbroek, vergeet zijn handen te zetten. Zijn waardigheid blijft misschien liggen, maar z'n biertje is nog vol.

Carpenter Brut is me bloednuchter wat té aanwezig oeverloos melodieus, en dus brengen we het laatste deel van de avond door in de Jupiler Boombox. The Gaslamp Killer en gastheer Lefto spelen goede sets, maar aangezien onze 17-koppige groep van a tot z volledig van het padje is, slaat de verveling nu echt genadeloos toe. Waarom wilde ik dit ook al weer? De avond begon op zich goed, maar voor ik het wist bevond iedereen zich op zo'n ander niveau dat onze humor niet meer kwam, en bovendien alle barmhartigheid jegens m'n gebroken voet verdween. Als je geen deel uitmaakt van de wervelwind die een troep dronken twintigers kan zijn, maar in het oog van de storm staat, dan is de lol er snel af. Ik kreeg zelfs een beetje drankfomo, kan je nagaan. Om tien voor vier besluiten we, "om de menigte voor te zijn," terug naar de camping te gaan. Uiteraard heeft ongeveer elke bezoeker hetzelfde idee, en doen we niet minder dan 50 minuten over deze tocht van hooguit twee of drie kilometer. M'n voet roept dat ik de doorgerotte grafkanker kan krijgen.

Advertentie

Halverwege de wandeling terug komen we Rozanne met haar vriend aan een leiband tegen. "Hij is net afgestudeerd van een opleiding Hout en Reliëf," legt ze uit. "Maar wanneer hij dronken is loopt hij altijd weg. Deze rode teugel van de Tom & Co en was de beste investering ooit". Ze zijn te onschuldig om te opperen dat hij misschien wel om een andere reden wegloopt, dus geef ik ze mee dat alle trouwe hondjes uiteindelijk wel de weg naar huis vinden. Het gaat er niet in. "Oh maar hij vindt dit super, hoor!".

Eenmaal op de camping is het afterparty galore. Iedereen had klaarblijkelijk het idee om een half uur voor het einde van het festival nog een opkikker bij te nemen, dus van slapen geen sprake. Ook voor mij niet trouwens – ook al doe ik mijn best. Een vermaledijde Waal enkele tenten verderop laat om de vier minuten de djingles op zijn luidspreker afgaan - ik ontdekte al snel dat hij vooral fan was van de airhorn en "OLEE, OLEE, OL-". De vermoeidheid wiegt me uiteindelijk in slaap.

Niet vroeger dan half twaalf word ik wakker, fris als een hoentje. Eerlijk, wanneer heb jij op een festival kunnen slapen tot half twaalf? Ik nooit alleszins. "Slaap ik nou beter omdat ik nuchter ging slapen?" spookt het door m'n hoofd, en ik schrijf op om dat thuis eens te googlen. Gelukkig is het buiten zacht en overtrokken, een grijzig weertje dat zich perfect leent aan een laatste dag Douren. Zelfs de onuitstaanbare stank van leem, bier en pis die normaliter onafgebroken in je neus zit is maar zelden te bespeuren. Terwijl ik m'n tanden sta te poetsen aan een wasbak, zie ik rond me enkel jonge ouders, frisse dertigers met een strak timetable-schema, en hier een daar een comateuze jongeman. Wat een bevreemdende situatie, helder op deze camping rondlopen op een vroeg uur.

Advertentie

Op de terugweg zie ik enkele jongeren struggelen met een tent, en zichzelf. Een half uurtje later leeft ook m'n fotograaf terug en we slenteren naar dezelfde plek om te zien of ze er nog zijn. "Hoi jongens, mag ik een fotootje van jullie maken?", vraagt ze. Herman (zo heet hij, hoorde ik zijn buur roepen) steekt zijn kop uit de tent en krast uit volle borst "MDMAAAAA".

Zo kan ie wel weer. De 24-uren rally zit er ondertussen op, en er zijn geen winnaars. Het was een interessante ervaring, maar ik had veelal het idee de enige mafketel op heel het festival te zijn. Het is heerlijk om zondag op te staan en je geen assenbak gevuld met batterijzuur te voelen, maar ik geniet daar liever thuis van, zodat ik iets nuttigs met m'n dag kan doen.

Ik loop solo naar het terrein en bestel een halve liter bruisloze Jupiler - over thuiskomen van een koude kermis gesproken. Ik pik nog even Chassol mee, mogelijk het beste optreden van het weekend. Daar had die pint gewoon helemaal niets mee te maken, oke?

Dit artikel werd mede mogelijk gemaakt door Proximus.