FYI.

This story is over 5 years old.

geestelijke gezondheid

Hoe antidepressiva onterecht als zondebok worden weggezet

"Als antidepressiva echt de makkelijke uitweg zouden zijn, zou ik hier een rij met mensen voor de spreekkamer hebben die allemaal hun handje ophouden."
Foto's door Ryan Oosterling

Al jaren gaan in de media de wildste verhalen over antidepressiva en depressies rond. Zo zou er in in Nederland sprake zijn van een ware "depressie-epidemie", zouden antidepressiva aanzetten tot moord, en daarbij ook nog eens "nutteloos en schadelijk" zijn. De schandalen rondom antidepressiva, die zo breed uitgemeten zijn in de pers, hebben er mede voor gezorgd dat antidepressivagebruik enorm gestigmatiseerd is geraakt, aldus Christiaan Vinkers. Ook kritiek op antidepressiva uit wetenschappelijke hoek draagt hieraan bij.

Advertentie

Christiaan Vinkers is psychiater en als onderzoeker verbonden aan het UMC Utrecht, en promoveerde in 2009 op de relatie tussen stress en de lichaamstemperatuurreactie. Hij en Roeland Vis, ziekenhuisapotheker in het St. Antonius Ziekenhuis te Nieuwegein en Utrecht, zijn van mening dat de hetze rondom antidepressiva inmiddels veel te ver doorgeslagen is. Ze besloten de nuchtere feiten over antidepressivagebruik en depressies in Nederland op tafel te leggen in een boek dat Even slikken: de zin en onzin van antidepressiva heet. Ik reisde af naar het UMC Utrecht, en sprak Christiaan daar over antidepressiva als 'makkelijke uitweg', de rol van de farmaceutische industrie in dit debat en de miljoen Nederlanders die antidepressiva slikken. Tonic: Hoe hebben Roeland en jij elkaar ontmoet, en hoe kwamen jullie erbij om dit boek te schrijven?
Christiaan: We kennen elkaar echt al heel lang, sinds 1999, toen we allebei aan de studie farmacie begonnen. Hij is doorgegaan in de farmacie, terwijl ik na verloop van tijd geneeskunde ben gaan studeren. We hebben altijd contact gehouden en geen van ons liep toen al met het idee rond om een boek te gaan schrijven. Op een gegeven moment hadden we het over antidepressiva [en depressiviteit in Nederland, red.], want er worden zulke boude uitspraken over dit onderwerp gedaan. Er ontstaat ongelofelijk veel schaamte en taboe rondom antidepressivagebruik, en dat zie ik hier natuurlijk terug in de spreekkamer. Ons doel was het eerlijke verhaal op tafel krijgen, toen nog met het idee dat we er een artikel over zouden schrijven. Het debat rondom antidepressiva is enorm gepolariseerd: mensen zijn heel erg voor, of heel erg tegen. Ook is er sprake van veel misverstanden. In Nederland slikken bijvoorbeeld een miljoen mensen antidepressiva, maar slechts de helft daarvan is ook echt depressief: de medicatie kan ook voorgeschreven worden bij angststoornissen, eetstoornissen, obsessieve-compulsieve stoornissen en ga zo maar door. Wij wilden, door de voors en tegens tegenover elkaar te zetten, aantonen dat je ook in het midden kunt zitten, en niet per se pro- of anti-depressiva hoeft te zijn. Dat was allemaal niet te vatten in een artikel, en dus besloten we er een boek van te maken. We hebben geprobeerd het heel hard onderbouwd en tegelijkertijd luchtig te houden. Op zich al een paradox. Jullie hebben ervoor gekozen om verhalen van ervaringsdeskundigen en familieleden van ervaringsdeskundigen op te nemen in het boek. Hoe kwamen jullie daar zo op?
Omdat in die hele discussie – tussen de voor- en tegenstanders – de groep mensen die deze pillen daadwerkelijk gebruikt over het hoofd wordt gezien. Over mensen die antidepressiva slikken wordt vaak gedaan alsof ze gek zijn, en zelf niet goed de afweging kunnen maken of ze die medicatie wel of niet willen slikken. Iedereen met een depressie worstelt met de zoektocht naar wat helpt om er vanaf te komen. Er is niemand die zegt: “Ik ga voor de makkelijke oplossing, en slik wel een antidepressivum!” Anders zou ik hier een rij met mensen voor de spreekkamer hebben die allemaal hun handje ophouden voor een pilletje. De mogelijke bijwerkingen zullen voor veel mensen ook een nogal afschrikkende werking hebben, denk ik.
Er zitten inderdaad ook een hoop nadelen aan antidepressiva, ik zal de laatste zijn om dat te ontkennen; dat zie ik ook terug in de praktijk, veel mensen stoppen er uiteindelijk weer mee. De bijwerkingen, zoals gewichtstoename en seksuele bijwerkingen, zijn niet mals. Mensen doen van alles om van hun depressie af te komen: hardlopen, een ander eetpatroon aannemen, mindfulness – en als dat allemaal onvoldoende blijkt te helpen, komen ook antidepressiva ter sprake. Voor sommige mensen doen antidepressiva uiteindelijk helemaal niets, terwijl andere mensen aangeven dat het echt hun leven gered heeft. In Nederland sterven er jaarlijks drie keer zoveel mensen aan suïcide als aan verkeersongevallen. Bij een zware depressie moet dus alles op tafel worden gelegd om de kwaliteit van leven van de patiënt te verbeteren.

Advertentie

“Bij een zware depressie moet alles op tafel worden gelegd om de kwaliteit van leven van de patiënt te verbeteren.”

Merk je in de praktijk dat patiënten het moeilijk vinden om uit te spreken dat ze antidepressiva gebruiken?
Ja, zeker. Depressief zijn en dan ook nog eens antidepressiva slikken, dat is eigenlijk een dubbel taboe, dubbel zoveel schaamte. Ik heb ook weleens een patiënt behandeld wiens vriendin, toen ze erachter kwam dat hij die pillen slikte, besloot de relatie te beëindigen. Antidepressiva staan een beetje symbool voor de ongelukkige generatie die makkelijk naar de pillen grijpt voor een ‘verzonnen’ ziekte. Ook niet op waarheid gebaseerd, want het aantal depressieve mensen in Nederland is sinds de jaren tachtig onveranderd gebleven. De mensen die een antidepressivum slikken worden in het debat vaak weggezet als figuren die het liefst zo weinig mogelijk moeite in hun genezing stoppen, en niet aan zichzelf willen werken. En dat terwijl ik nooit patiënten voor me heb die om meer pillen vragen; mensen willen er meestal juist zo snel mogelijk weer vanaf – juist omdat ze het zélf willen doen. Daarbij wordt van antidepressiva vaak beweerd dat ze niet zouden werken, dat ze ons aangesmeerd worden door de farmaceutische industrie, en dat ze mogelijk zouden aanzetten tot moord en zelfmoord. Dat draagt allemaal bij aan dat stigma. Antidepressiva werken inderdaad maar voor één op de zeven mensen, net als dat psychotherapie maar voor één op de zeven mensen werkt – maar dat is in de geneeskunde helemaal niet slecht. Paracetamol voor hoofdpijn bijvoorbeeld, dat werkt ook maar bij één op de zeven mensen, maar dáár hebben we het niet over. Denk je dat antidepressiva vaak alsnog onnodig worden voorgeschreven, met name in de huisartsenpraktijk?
Persoonlijk vind ik dat huisartsen veel te vaak de zwartepiet toegespeeld krijgen. Huisartsen doen het naar mijn idee namelijk helemaal niet slecht, om verschillende redenen. Ten eerste weten we helemaal niet hoe groot die groep ‘onnodige’ gebruikers is, dat is ook bijzonder moeilijk vast te stellen. Wanneer is iets namelijk onnodig? Stel, jij bent zwaar depressief geweest, bent daar antidepressiva voor gaan slikken en slikt je medicatie jaren later nog steeds. Gebruik je ze in zo’n geval onnodig? Ten tweede zijn huisartsen gedurende de laatste jaren een steeds belangrijkere rol gaan spelen in de geestelijke gezondheidszorg, en worden antidepressiva steeds vaker voorgeschreven door die huisartsen – terwijl uit onderzoek gebleken is dat het aantal antidepressivagebruikers de afgelopen vijftien jaar helemaal niet gestegen is. En ten derde: als je als huisarts een depressieve patiënt doorverwijst naar de psychiater, staat iemand doorgaans wekenlang op een wachtlijst. Je kunt als huisarts dan soms niet anders dan een antidepressivum voorschrijven om die tijd te overbruggen en een start te maken met de behandeling. Wat is er eigenlijk waar van het verhaal dat antidepressiva aan zouden zetten tot moord of zelfmoord?
Bij jongeren ligt dat anders dan bij volwassenen. Voor jonge mensen geldt dat, wanneer ze beginnen met antidepressiva slikken, het risico op suïcidaliteit gedurende de eerste weken hoger is. Dat geldt ook voor het risico op agressief gedrag – en dan heb ik het niet over mensen vermoorden, maar agressieve gevoelens ervaren. Bij jongeren werken antidepressiva doorgaans minder goed dan bij volwassenen, en ze lopen dus ook meer kans last te krijgen van deze bijwerkingen. We weten niet precies waar dat aan ligt, maar waarschijnlijk – al is dit een heel algemene uitspraak – heeft dat iets met het onvolgroeide brein te maken. Bij jongeren moet je wat betreft antidepressivagebruik dus nóg kritischer zijn dan bij volwassenen. Voor mensen boven de 24 jaar geldt dat antidepressiva niet tot meer moord, zelfmoord en agressie lijden. Zelfs de grootste critici zijn het daar doorgaans over eens.

“Depressief zijn en dan ook nog eens antidepressiva slikken, dat is eigenlijk een dubbel taboe, dubbel zoveel schaamte.”

Wat denk je dat de rol van de farmaceutische industrie is in deze discussie? Enerzijds moeten we natuurlijk blij zijn dat die industrie bestaat, anderzijds hoor je vaak over malafide praktijken om maar zoveel mogelijk winst binnen te slepen.
In het verleden is heel vaak gebleken dat de farmaceutische industrie erg gefixeerd was op het behalen van winst, en het tevreden stemmen van aandeelhouders. Maatschappelijk verantwoord ondernemen door de farmaceutische industrie is ergens ook een contradictio in terminis, laten we daar eerlijk over zijn. De andere kant van de medaille is dat we deze medicatie niet gehad zouden hebben zonder de farmaceutische industrie. Wie zou de productie anders op zich nemen, de Nederlandse overheid? Die beschikt niet over de benodigde kennis. Daarbij rust er tegenwoordig op bijna geen enkel antidepressivum meer patent, en er is dus geen sprake meer van een drijvende reclameklacht om deze medicijnen maar zoveel mogelijk aan de man te brengen. Ze zijn heel goedkoop om te produceren. Conclusie van dit verhaal: we zijn selectief kritisch over antidepressiva.
Ja. Een kritische houding aannemen is prima, maar wees dan even kritisch ten opzichte van andere soorten medicatie. Benzodiazepinen, ook wel de pammetjes [kalmerende middelen, red.], worden in Nederland ook door een miljoen mensen gebruikt, maar daar hoor je vrijwel niemand over. Laten we alle feiten op een rij zetten, en op een redelijke manier het gesprek met elkaar aangaan. Bedankt, Christiaan. Tonic is de nieuwe site over gezondheid van VICE. Volg ons op Facebook.