FYI.

This story is over 5 years old.

angst

Je bent niet de enige die bang is om telefoongesprekken te voeren

Zo kom je van je telefoonangst af.
Afbeelding via Jacquie Boyd/Getty Images

Een ringtone uit je broekzak kan je een fijn gevoel geven, omdat iemand je kennelijk graag wil spreken. Maar voor steeds meer mensen is het allesbehalve fijn. Voor hen betekent dit gevreesde moment het begin van een oncomfortabel gesprek, waarin ze worden overladen door angstgevoelens. Veel van ons hadden al een hekel aan voicemails, maar nu is het naar je oor brengen van een apparaat waardoor je in realtime met iemand kunt praten ook een hel geworden. Er is zelfs een Wikipediapagina gewijd aan deze telefoonangst. Veel psychologen wijten deze nieuwe vorm van sociale angst aan de toename van tekstcommunicatie. Dat is niet heel verrassend; hoewel we onze telefoons vrijwel altijd bij ons hebben, typen we het grootste deel van onze gesprekken. Dat is een vrij logische keuze als je denkt aan de ongemakkelijke stiltes, de zoektocht naar de juiste woorden en ontspoorde conversaties die voorkomen kunnen worden door berichtjes gewoon te schrijven, en waar nodig te herschrijven voor je ze verzendt.

Advertentie

“De angst om een telefoongesprek te moeten voeren is toegenomen nu we in onze cultuur minder verbaal communiceren, en meer berichten versturen, mailen, reageren op social media, en op andere manieren met geschreven woorden communiceren,” zegt Ellen Hendriksen, klinisch psycholoog aan Boston University en schrijver van het boek How to be yourself. “Typen is zo anders dan praten, omdat je bij het schrijven van een berichtje, email of reactie tijd hebt om erover na te denken en het te perfectioneren. Dat is anders dan in persoon en in realtime met iemand praten. Als je dan een fout maakt, kun je het niet meer aanpassen.” Hendriksen zegt dat onzekerheid de basis vormt van alle angsten, en dat telefoongespreken vol onzekerheden zitten. Wanneer je in persoon met iemand praat, kun je gebruikmaken van non-verbale signalen, zoals gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal. Je kunt zien of ze hun aandacht verliezen, en of ze oprecht geïnteresseerd zijn in wat je zegt. Daarnaast is het makkelijker te zien wanneer iemand bijna klaar is met praten, zodat je er antwoord op kunt geven zonder ze per ongeluk te onderbreken. Bovendien ben je je bewust van de context waarin iemand zich bevindt voor je aan het gesprek begint. Als je langs een collega’s bureau loopt om haar iets te vragen, kun je zien of ze op dat moment druk bezig is. Als je iemand belt, heb je geen idee wat diegene aan het doen is. Bij geschreven berichtjes daarentegen, verwacht je vaak niet dat iemand direct reageert, dus kunnen ze een antwoord typen wanneer het hen uitkomt. Iemand zomaar opbellen lijkt daarbij even onbeleefd als onaangekondigd voor iemands deur staan. Telefoonangst komt het meest voor bij mensen die al aan een andere sociale angststoornis lijden, zegt Hendriksen, maar de angst kan ook voortkomen uit een vervelende ervaring. Misschien heb je eens een sollicitatie per telefoon gedaan en liep dat niet zo lekker, of werd je afgewezen toen je iemand belde en mee uit vroeg. Volgens Hendriksen kun je de telefoon daardoor gaan associëren met gevoelens van schaamte en onbekwaamheid, waardoor je uit zelfbescherming telefoongesprekken gaat vermijden. Het probleem is echter dat hoe meer je praten over de telefoon vermijdt, des te erger je angst ervoor wordt. Dit ongemakkelijke gevoel zie je vaker bij jongere generaties, die in hun jeugd niet afhankelijk waren van de telefoon om over lange afstanden te communiceren. Zij hebben simpelweg minder ervaring met bellen. Het door elkaar heen praten, de lange stiltes en de zin “oh nee, zeg jij het maar eerst” zijn voor hen onbekend terrein, wat bellen intimiderend kan maken. Doordat de jongere generaties minder ervaring hebben, is er meer onzekerheid rond telefoongesprekken, wat tot meer angstgevoelens kan leiden, zegt Hendriksen. “Als je niet al honderden telefoongesprekken in je leven hebt gevoerd, is het lastig te voorspellen wat er tijdens zo’n gesprek zal gebeuren.” Hoe kom je dan van die angst af?

“De oplossing is uiteindelijk om je angst onder ogen te zien en juist datgene te doen waar je bang voor bent,” zegt David Shanley, een klinisch psycholoog gespecialiseerd in angststoornissen. “Je moet die telefoon dus oppakken, of je vrienden en familie opbellen in plaats van ze een berichtje te sturen. Bel iemand op en vraag ze mee uit. Bel iemand om een moeilijk gesprek te hebben.” Volgens Shanley kan het ook helpen om je “lichamelijk en mentaal te ontspannen voor je je in de beangstigende situatie begeeft,” door wat snelle ontspannings- en ademhalingsoefeningen te doen. Tot slot is het volgens hem belangrijk om je bewust te zijn van de precieze gedachten die je bang maken. “Wat vind je nu echt zo eng aan telefoneren? Ben je bang dat je niet weet wat je moet zeggen, dat je als een idioot zult klinken, of dat de ander denkt dat je dom bent? Praten over die angsten en gedachten, over de dingen waar je bang voor bent, zal je helpen ze te accepteren. Zo hoef je het niet langer te vermijden.”