FYI.

This story is over 5 years old.

liegen

Wat ik leerde van mijn oma, een pathologische leugenaar

Een leven vol leugens kan leiden tot een spijtige dood.
Afbeelding via Shuttershock

Mijn oma Shirley, de moeder van mijn vader, is gestorven aan kanker. Het is heel treurig en verschrikkelijk om te zien wat kanker met een mens doet. Mijn oma nam veel wrevel met haar mee in het graf. Het deed me vooral veel pijn omdat ik haar, tot dat moment, altijd zag als een sterke en erg gelukkige vrouw. Het was een van die zeldzame mensen die hun eigen rare en eigenzinnige weg volgen — het soort dat niemand anders begrijpt. Ik realiseerde me dat dit geromantiseerde beeld van eigenzinnigheid waarschijnlijk gewoon onzekerheid en angst was. Ik kwam erachter dat ze al die tijd loog over haar geluk.

Advertentie

Ik zou hier eigenlijk niet verbaasd over moeten zijn. Ik hield van haar omdat ze alles wat ze meemaakte wist te verdraaien naar haar eigen versie van de waarheid. Jarenlang vertelde ze ons verhalen over onze “Oom Hercules” die tot burgemeester van ons dorp was benoemd toen hij pas twintig was. Helaas stierf hij op zijn vijfentwintigste aan de Ziekte van Pfeiffer.

Pas na haar dood kwamen we erachter dat “Hercules” eigenlijk Hector heette. Hij was ook nooit burgemeester geweest, maar een griffier. Oja, en hij leefde nog. In mijn ogen was deze manipulatie van de feiten nogal willekeurig en zinloos.

Maar vandaag de dag worden mensen als mijn oma Shirley — die geen verantwoordelijkheid nemen voor hun keuzes — bejubeld in de populaire psychologie. Wil je een week je kamer niet uitkomen om Netflix te kijken? Prima. Wil je Kerst met je familie overslaan omdat het waait? Oma Shirley heeft het weleens gedaan. Ze was erg onafhankelijk en leek van haar eigen gezelschap te genieten. Ze scheidde toen ze in de dertig was van mijn opa en is nooit meer hertrouwd, als een van de weinige vrouwen van haar generatie.

Weinig mensen begrepen haar manier van leven — het bestond voornamelijk uit televisie kijken en het opschrijven van feiten in haar notitieboekjes, die ze onder haar bed bewaarde. Ze woonde in een klein appartement dat rook naar sigaretten en vieze snoepjes. Ze claimde dat ze al veertig jaar niet had gerookt, terwijl ze toch elke keer rook naar een dampende asbak.

In de week dat ze stierf, ben ik na één dag weggegaan bij een muziekfestival — ik kwam erachter dat ik festivals gewoon intens haat. Ik loog tegen mijn vrienden toen ik zei dat ik moest gaan omdat mijn oma was gestorven. Op dat moment was dat niet waar. Maar mijn oma gebruiken als een slap excuus om te doen wat ik wilde, was misschien wel de perfecte ode aan haar.

Aan het eind van haar leven begon mijn oma haar eigen geschiedenis te herschrijven. Ze praatte over mijn opa alsof hij de beste echtgenoot ter wereld was geweest, alsof ze getrouwd waren gebleven tot haar dood. Op haar sterfbed, tussen lange periodes van bewusteloosheid, was ze ook erg gefixeerd op de dingen die ze niet had gedaan. Net zoals haar leugens waren de dingen waar ze spijt van had talrijk. Ze had er spijt van dat ze niet had gereisd, geen carrière had gemaakt en niet meer had gestudeerd. Ze had alleen maar spijt, spijt en nog meer spijt.

Ik begon me af te vragen of ik niet hetzelfde deed. Ik doe alsof dingen me niet interesseren, maar eigenlijk vind ik ze dan te uitdagend, of beangstigend. Ik word ontzettend gestrest van vliegvelden, dus ik zoek allerlei redenen om niet te reizen. En ik heb het nooit toegegeven. Ik vertel mezelf altijd dat thuisblijven de beste optie is. Zelfs nu realiseer ik me dat ik heb gelogen over waarom ik niet autorijd. Ik vertel iedereen dat ik het milieutechnisch crimineel vind om een auto te bezitten, terwijl ik rijden eigenlijk gewoon angstaanjagend vind.

En toch, zelfs als je weet dat je tegen jezelf liegt, betekent dat niet dat je ermee stopt. Ik ben erachter gekomen dat de persoon die het meest gevoelig is voor mijn bullshit, ikzelf ben. Maar mijn nieuwe levensfilosofie is om te sterven met zo min mogelijk spijt. Het is dus tijd om te gaan stoppen meliegen van mezelf.