Identiteit

Als je niet tegen friemelende mensen kunt, heb je misschien misokinesie

“In de bioscoop zat hij steeds met zijn ring te spelen. Ik weet niets meer van die film, want ik kon me alleen nog maar concentreren op die irritante bewegingen die ik vanuit mijn ooghoeken zag.”
Woman cove
Spohn Matthieu voor Getty Images.

Todd Handy werd in 2014 midden in een etentje door zijn nieuwe vriendin onderbroken – ze moest iets kwijt. “Ik wil niet dat je je aangevallen voelt,” zei ze.

Hij had de gewoonte om te friemelen, en ze vertelde dat ze het stressvol vond om daarnaar te kijken. “Natuurlijk was ik als partner direct bezorgd,” zegt Handy, hoogleraar psychologie aan de Universiteit van Brits-Columbia. “Maar als visueel neurowetenschapper en iemand die visuele aandacht bestudeert, wekte het ook mijn interesse. Ik dacht: hé, wat is hier aan de hand?”

Advertentie

Het kwam op Handy over als de visuele variant van misofonie, oftewel ‘haat jegens geluid’. Dat is een aandoening waarbij bepaalde geluiden – vaak kauwen of smakken – heftige emotionele en fysieke reacties veroorzaken. Toen hij in de literatuur over misofonie dook, ontdekte hij in een artikel uit 2013 de term ‘misokinesie’, oftewel ‘haat jegens beweging’. Vanaf dat moment vroeg hij in de collegezaal aan zijn studenten of zij er ook last van hadden om anderen te zien friemelen.

“En elke keer als ik dat vroeg, stak een derde van de zaal zijn hand op. Ik kon gewoon die blik op hun gezichten zien, zo van: o mijn hemel, hij heeft het over iets waar ik last van heb.”

Afgelopen maand publiceerden Handy en zijn collega’s het allereerste onderzoek dat zich uitsluitend op misokinesie richt. Het verscheen in Nature Scientific Reports, met als hoofdauteur PhD-student Sumeet Jaswal. In het artikel wordt vooral gekeken naar hoe vaak misokinesie voorkomt. De bevindingen van het onderzoeksteam kwamen opmerkelijk veel overeen met het aantal ja-knikkende studenten in de collegezaal. In totaal werden voor dit onderzoek 4000 mensen bestudeerd, van wie ook ongeveer een derde zei gevoelig te zijn voor de bewegingen van anderen – het riep emoties op als woede, angst en frustratie.

Advertentie

Arjan Schröder, een Nederlandse psychiater die we in 2014 ook spraken over misofonie en de hoofdauteur van het artikel uit 2013 waarin de term misokinesie voor het eerst voorkwam, zegt dat dit aantal ook overeenkomt met zijn eigen steekproeven onder patiënten. Maar zoals het onderzoek van Handy en zijn collega’s dus laat zien, komt misokinesie niet alleen voor onder mensen met psychische klachten, maar ook onder de algemene bevolking.

Handy en zijn collega’s vroegen eerst aan studenten of ze weleens “sterke negatieve gevoelens, gedachten of lichamelijke reacties hadden als ze andermans friemelende of herhalende bewegingen” zagen, zoals een trillende voet, een tikkende vinger of het kauwen van kauwgom. 38 procent zei ja, en 31 procent gaf aan zowel last te hebben van misokinesie als misofonie.

Daarna deden ze een steekproef onder een oudere, demografisch diversere groep zonder studenten. Daar kwam het ongeveer even vaak voor: 36 procent van de deelnemers zei last te hebben van misokinesie en 25,5 procent van zowel misokinesie als misofonie.

Misokinesie en misofonie lijken dus opmerkelijk genoeg zowel samen als los van elkaar te bestaan. Op een subreddit voor misofonie zegt een iemand geen last te hebben van geluiden, maar wel van bewegingen:

Advertentie

“Als iemand met zijn voet begint te schudden of met zijn hand gaat tikken, word ik heel irrationeel en moet ik mijn handen voor mijn gezicht houden. Ook als diegene geen enkel geluid maakt. Eigenlijk zie ik elke dag wel meerdere mensen tegelijk met hun voeten schudden, en ik heb maar twee handen. Ik kan hier echt niet mee leven.”

Een ander herinnert zich dat er in de lift een keer een man zó erg met zijn voet zat te tikken, dat diegene bij het verlaten van de lift nog even op die voet moest staan.

Bij sommige mensen zijn beide triggers vervelend, maar de ene wel een stukje erger dan de andere. “Visuele prikkels zijn voor mij over het algemeen net zo moeilijk om mee te dealen als auditieve,” zegt iemand op Misophonia Education, een site die workshops organiseert om met deze problemen om te gaan en meer bewustwording wil creëren. “Maar soms zijn de visuele erger. Het is bijna onmogelijk om te ontsnappen aan iets wat ik heb gezien. Zelfs als ik mijn ogen dichtdoe is de herinnering er nog wel – soms zelfs dagen later nog. Ik kan wel janken als ik aan trillende benen, wiegende mensen en tikkende vingers en tenen denk.”

Mensen met misofonie kunnen een koptelefoon dragen om hun triggers niet te hoeven horen, maar er bestaat niet zoiets als “een koptelefoon voor je ogen”, aldus een andere persoon op Misophonia Education. “Ik zou natuurlijk een blinddoek kunnen dragen, maar dat is nogal onpraktisch. Ik herinner me mijn visuele triggers ook. Als ik in het verleden ergens werd getriggerd, zal ik niet zo gauw terug willen naar die plek.”

Advertentie

Handy denkt dat zijn onderzoek meerdere vragen oproept: hoe verhoudt misokinesie zich precies tot misofonie? Kunnen de achterliggende mechanismen van misofonie beter verklaard worden door naar misokinesie te kijken? Is er een weg mogelijk naar copingmechanismes of behandelingen? 

Schröder acht het waarschijnlijk dat er bij beide stoornissen vergelijkbare achterliggende mechanismen in het spel zijn, aangezien zowel misokinesie als misofonie door menselijke signalen wordt aangewakkerd. “Bij beide draait het om een herhaalde trigger en beide zijn enigszins onvoorspelbaar: wanneer houdt het op en wanneer zal het weer beginnen? Daarnaast denk ik dat er een moreel aspect bij komt kijken. De persoon met de nare gevoelens heeft een mening over de trigger: waarom maakt iemand zo’n geluid of zit-ie zo te friemelen? Het is zo zinloos, waarom ga je ermee door?”

Er zijn verschillende pogingen gedaan om te begrijpen hoe misofonie biologisch gezien in z’n werk gaat. In een onderzoek werd gebruikgemaakt van fMRI-scans, die lieten zien dat mensen met misofonie een actievere ‘insula anterior’ hebben. Dat deel van de hersenen is onder meer belangrijk voor het voelen van je eigen lichaam en het verwerken van emoties.

Uit recent werk van Mercede Erfanian, een neurowetenschapper aan University College London, blijkt dat de hersenen van mensen met misofonie anders werken in de premotorische cortex. Dat hersenonderdeel is bij hen sterker verbonden met de auditieve cortex, en waardoor ze bovengemiddeld veel met elkaar communiceren. “Dat betekent dat wanneer mensen met misofonie naar geluiden luisteren, ook de premotorische cortex wordt geactiveerd, wat niet gebeurt in de hersenen van mensen die geen misofonie hebben,” zegt Erfanian. Er werd ook een soortgelijk patroon gevonden tussen de premotorische cortex en de visuele cortex.

Advertentie

Erfanian denkt dat dit de neurologische basis zou kunnen zijn voor deze reacties. Het zou ook kunnen betekenen dat er spiegelneuronen in het spel zijn: neuronen die worden geactiveerd als we anderen zien bewegen, en ook als we zelf bewegen. Als dat zo is, zou het deels kunnen verklaren waarom sommige mensen met misofonie de triggergeluiden nabootsen, bij wijze van copingmechanisme. Zo vervangen ze in wezen de triggergeluiden met hun eigen geluiden, aldus Erfanian.

De Indiaas-Amerikaanse neurowetenschapper Vilayanur Ramachandran heeft met zijn collega’s de theorie geopperd dat er misschien gelijkenissen zijn met synesthesie. Dat is het verschijnsel waarbij zintuiglijke waarnemingen ook andere zintuiglijke indrukken oproept. Letters kunnen dan bijvoorbeeld ook geluiden oproepen, en geluiden kleuren. Bij iemand met tactiele-emotie-synesthesie riep een stuk schuurpapier bijvoorbeeld een jaloers gevoel op, en spijkerstof gevoelens van walging en depressie.

Handy vraagt zich af in hoeverre de triggers van misofonie of misokinesie onze aandacht beïnvloeden – dus de mate waarin ze onze hersenen wijsmaken dat ze belangrijk zijn. Tot nu toe heeft hij nog geen duidelijk verband gevonden met iemands aandachtigheid. Als je dus gevoelig bent voor misokinesie, betekent dat niet per se dat je er beter in bent om afleidingen in je gezichtsveld te negeren, en ook niet dat je juist extra let op plotselinge gebeurtenissen in je nabije omgeving.

Advertentie

Al deze dingen moeten in de toekomst nader onderzocht worden. Handy hoopt verder in ieder geval dat zijn artikel mensen met misokinesie helpt om zich gezien en erkend te voelen: ze hebben nu woorden om hun gevoelens te beschrijven en kunnen daarmee misschien wel copingmechanismes ontwikkelen. En hoewel we op dit moment nog niet weten welke behandeling voor misokinesie het beste werkt, is wel bekend dat negeren geen goede oplossing is voor de lange termijn, aldus Schröder. Behandelingen die geregeld werken voor mensen met misofonie, zoals cognitieve gedragstherapie, zouden misschien ook zinvol kunnen zijn voor mensen met misokinesie – maar of dat echt zo is zal de toekomst moeten uitwijzen.

Toen Schröder in 2009 begon met zijn onderzoek naar misofonie, waren de mensen die daar last van hadden heel opgelucht dat er eindelijk iemand was die hun klachten serieus nam. Dat zou ook op kunnen gaan voor mensen met misokinesie.

Je kunt ook beredeneren dat iedereen vroeg of laat wel geïrriteerd raakt door mensen die veel friemelen of luid kauwen. En het is zeker een breed spectrum, maar de mensen die zich helemaal aan het einde bevinden kunnen het erg zwaar hebben. Schröder heeft bijvoorbeeld patiënten die niet samen met hun familieleden kunnen eten of met hun collega’s in dezelfde ruimte willen werken.

“Er zijn wel meer mensen die zich aan het gedrag van anderen storen,” zegt Schröder. “Dat hebben we allemaal weleens. Maar bij misofonie, en misschien ook bij misokinesie, gaat het veel verder.”

Op Allergic to Sound, een website waarop mensen persoonlijke verhalen over misofonie delen, beschrijft iemand hoe dat er concreet uit kan zien. Hij ging naar de bioscoop met een vriend, die zijn ring van zijn vinger nam en ermee begon te spelen. Uiteindelijk stormde hij de bioscoop uit.

“Hij deed de ring in zijn mond en haalde hem er weer uit. Hij maakte geen geluid of grote, storende bewegingen, maar bij mij gingen alsnog alle alarmbellen af. Ik kon me alleen nog maar concentreren op die irritante beweging die ik vanuit mijn ooghoeken zag. Ik weet niets meer van de film, zelfs niet meer hoe-ie heet. Maar ik kan me nog wel in detail herinneren welke bewegingen hij met zijn handen maakte.”

Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij VICE US.
Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.