FYI.

This story is over 5 years old.

Identiteit

Hoe het is als je een relatie hebt en je vriendje plotseling doodgaat

Dat bezoek aan het mortuarium had een gigantische impact op mijn verdere leven. Een tijd lang had ik een schizofrene relatie met de liefde.
Foto is eigendom van de auteur
Foto is eigendom van de auteur 

In 70 dagen vernieuwt je huid zichzelf volledig. Toen ik dat las, was Nathan al 21 dagen dood. Ik bedacht me dat mijn huid binnen 49 dagen nooit meer de zijne zou hebben gevoeld.

Ik was net 18 en hij net geen 19 toen we elkaar ontmoetten op een feestje. Hij vond mijn haar mooi, ik kon niet stoppen met staren naar zijn oog. Hij had een uitgelopen pupil door een ongeluk en dat vond ik prachtig. Later leerde ik hem beter kennen. Hij hield van met een onmenselijke snelheid scheuren in zijn auto, wist alles van The Beatles en rook altijd lekker. Nathan was de eerste jongen die mijn hart brak en het meteen weer lijmde. Zo iemand was hij. En ik was hem niet waard, dat wist ik meteen. Ik hield van de aandacht van jongens, mijn opties open houden en het gevoel hebben dat ik kon gaan en staan waar ik wilde. Ik waande me een koningin, de wereld lag aan mijn voeten en niemand zou me opeisen. Dat betekende niet dat ik niet intiem kon zijn, integendeel: ik wilde romantische sonates en het liefst van zo veel mogelijk mensen tegelijkertijd.

Advertentie

Op 1 december 2012 werd ik wakker gebeld door een vriendin. Uit haar hysterisch geschreeuw kon ik opmaken dat Nathan dood was. Zijn gebroken lichaam was gevonden op de smerige straatstenen van Istanbul, maar hoe hij precies is gestorven, is ook nu nog altijd onduidelijk. Op camerabeelden van een hotel was te zien hoe Nathan op een muurtje van wel twintig meter boven de grond tussen de waterreservoirs, buizen en ventilatiesystemen van het hotel door klom. Wat er daarna gebeurd is, moeten we zelf invullen.

Op het moment dat ik hoorde dat Nathan er niet meer was, voelde ik intense lichamelijke pijn, maar tegelijkertijd verkeerde ik in een volledige staat van verdoving.

Het is moeilijk om te beschrijven wat er door me heenging op het moment dat ik hoorde dat Nathan er niet meer was. Ik werd misselijk en duizelig en het voelde alsof ik verdronk in het zwartste gat. Naar adem happen was onmogelijk, het was alsof mijn longen zich vulden met tranen en de binnenkant van mijn lichaam implodeerde. Ik had intense lichamelijke pijn, maar verkeerde tegelijkertijd in een volledige staat van verdoving. Mijn gedachten schoten alle kanten op, en ik begon met dealtjes maken: "Oké, ik offer deze mensen op in de plaats van Nathan", en "Ik sta mijn twee armen en benen af om hem nog één keer te kunnen zien."

Maar zo werkt het leven niet: de dood is oneerlijk en willekeurig en geen deal kan dit veranderen. Nadat die eerste vreselijke klap voorbij was, dacht ik aan alle mogelijke scenario's waarin Nathan niet dood was: het is een droom, een ziekelijke grap, hij moest vluchten, ze hebben zich vergist en vonden een andere jongen met een uitgelopen pupil op de grond – alsjeblieft, laten ze iemand anders gevonden hebben.

Advertentie

Ook werd ik in die eerste uren na het nieuws overspoeld door spijt voor dingen die ik gezegd had of dingen die ik juist niet gezegd had.

Pas twee weken na Nathans dood werd zijn lichaam vrijgegeven en gerepatrieerd naar België. We hadden slechts enkele dagen om hem te zien, voordat zijn lichaam in staat van ontbinding was. Met zijn familie reed ik naar het mortuarium. Het was de eerste keer dat ik een dood persoon ging zien, ik wilde schreeuwen. Eerst gingen de familieleden een voor een naar binnen. Ik hoorde liefkozende woordjes, snikken en geschreeuw dat door merg en been ging. Toen was ik aan de beurt.

Nathan lag op een tafel met toegeplakte lippen en ogen. Hij zag er veel groter uit dan in mijn herinnering. Hij maakte me doodsbang. Tot ik besliste om zijn hand vast te nemen en hem een laatste keer te kussen. Zijn huid was ijskoud, een beetje vochtig en hard. Het was gruwelijk, maar toch was ik een fractie van een seconde opgelucht, alsof het wachten eindelijk voorbij was. Het was geen ziekelijke grap, hij was echt dood.

Door een levenloos lichaam vast te houden van iemand waarvan je elk stukje huid kent, die je gekust hebt en geliefkoosd, besef je hoe definitief de dood is.

Ik besefte dat hij er niet meer was. Ik besefte dat er geen tussenfase is tussen leven en dood en dat Nathan zelf niet bewust was van zijn eigen lot. Hij heeft nooit geweten dat hij niet verder zou studeren, de nieuwste Star Wars nooit zou zien, of dat hij überhaupt zo vroeg zou sterven. Zodra hij dood was, eindigden ook al zijn dromen en zijn pijn. In plaats van intense medelijden kwam er een ander soort verdriet. Ik begon te rouwen voor de mensen die overbleven: zijn moeder, zijn vader, zijn broer en vrienden, en alle mensen die de pech hebben gehad hem nooit te kennen. Het was een vreselijk gevoel, maar ook bevrijdend.

Dat bezoek aan het mortuarium had een gigantische impact op mijn verdere leven. De dood werd voor het eerst iets echts, iets tastbaars en niet enkel iets waarover je wel eens gelezen hebt of waarover je iets hoort in het nieuws. Door een levenloos lichaam vast te nemen van iemand waarvan je elk stukje huid kent, gekust hebt en geliefkoosd hebt, besef je hoe definitief de dood is. Vanaf het moment dat iemands hart stopt met kloppen, is het niet meer die persoon.

Door die confrontatie met hoe kwetsbaar we zijn, wordt het verlammend om heel veel van iemand te houden; tenminste, zo was het voor mij. Een tijd lang had ik een schizofrene relatie met de liefde: ik schipperde tussen bindingsangst en verlatingsangst. In mijn huidige relatie voel ik soms nog flarden van een soort misselijkmakende angst. Soms beeld ik me levendig in dat ik een telefoontje krijg met het nieuws dat mijn vriendje dood is. Het kan altijd en overal gebeuren: als hij te snel rijdt, als er iets op hem valt, als hij ziek wordt of als hij struikelt en van een gebouw valt. Elk willekeurig moment van de dag kan zijn hart stoppen met kloppen. Soms kan ik uren spenderen aan het puur observeren van mijn lief, want ik wil niets missen en alles in mijn geheugen griffen. Soms kan ik onhandelbaar zijn, omdat ik van hem eis om nooit te sterven en hem probeer te doordringen van het besef hoe waardevol zijn leven is. Maar het is absurd en onmogelijk om van iemand te verlangen dat hij constant bewust is van z'n eigen sterfelijkheid. Dat weet ik, maar het is sterker dan mezelf.

Door bewust te zijn van het feit dat mijn vriendje en ik er elk moment niet meer kunnen zijn, heb ik geleerd om me écht bloot te geven. Of althans: dat probeer ik. Ik wil nog steeds kunnen gaan en staan waar ik wil en niet opgeëist worden. Maar het leven is te fragiel, en daarom probeer ik me in mijn nieuwe relatie niet meer in te houden. Ik probeer niet meer verlamd te zijn door angst, maar juist van elke seconde te genieten. Ik wil niet meer oppervlakkig en vluchtig omgaan met intimiteit. Ik wil verre reizen met hem plannen, samenwonen en me volledig verliezen in de persoon die ik graag zie. Ik wil geen spijt meer hebben.

Het is nu 1696 dagen dagen na Nathans dood, en mijn huid heeft zich al ontelbare keren vernieuwd – deze huid kent zijn handen niet, deze kent die van mijn huidige vriendje. Maar een heleboel andere aanrakingen van Nathan zullen voor altijd bij me blijven.