FYI.

This story is over 5 years old.

geestelijke gezondheid

Tieners die zichzelf cyberpesten zijn een verontrustende nieuwe trend

Onderzoekers noemen het ook wel 'digitale zelfverminking'.
Afbeelding via Jill Chen/Stocksy

Cyberpesten is een probleem. Dat erkennen we inmiddels allemaal, net zoals we ons zijn gaan realiseren dat de 'virtuele' wereld echt is, en dat de dingen die in deze wereld gebeuren ook daadwerkelijk consequenties hebben. Nu concludeert een nieuw onderzoek dat er nog een ander, minder bekend fenomeen bestaat, dat gerelateerd is aan cyberpesten: adolescenten die anoniem schadelijke content over zichzelf delen. Onderzoekers noemen het verschijnsel ook wel ‘digitale automutilatie’. Het onderzoek, dat werd gepubliceerd in Journal of Adolescent Health, onderzocht de grootschaligheid van digitale zelfverminking. Het wordt gedefinieerd als het posten, sturen of andersoortig delen van materiaal waarin je je anoniem op een negatieve manier over jezelf uit. Justin W. Patchin, een expert op gebied van cyberpesten en mede-auteur van het onderzoek, beschrijft in een bijbehorende blogpost hoe hij benaderd werd door de politie nadat er verontrustende berichten waren geplaatst in een anonieme app. Ze riepen op tot zelfmoord en waren allemaal gericht aan één specifieke gebruiker. “Als je vanavond geen zelfmoord pleegt, doe ik het voor je,” was in een van de berichten te lezen. De politie besloot een onderzoek in te stellen, maar toen ze het bedrijf contacteerden dat verantwoordelijk is voor de app, werd ontdekt dat de berichten door de ontvanger zelf waren verstuurd. Voor volwassenen klinkt dit misschien als een zeldzaam, buitenaards fenomeen. Waarom zou iemand in vredesnaam kwetsende berichten aan zichzelf sturen? Maar Patchin beschrijft een aantal recente, geruchtmakende voorbeelden. Zoals Hannah Smith, een 14-jarig meisje uit Leicenstershire in Engeland, dat zelfmoord pleegde in 2013. Haar vader onthulde dat ze in de maanden voor haar dood anonieme pestberichtjes ontving op haar Ask.fm-account. Onderzoekers van de website constateerden al snel dat 98 procent van de berichten die Hannah ontvangen had van hetzelfde IP-adres kwamen als de computer die ze gebruikte, wat suggereert dat ze de berichten naar zichzelf had gestuurd. In november van 2016 vond er iets vergelijkbaars plaats, toen de 15-jarige Natalie Natividad zichzelf van het leven beroofde in Hebbronville in Texas. Uiteindelijk bleken de intimiderende berichten, waarin werd gezegd dat ze “zelfmoord zou moeten plegen,” door Nathalie zelf gepost te zijn. Digitale zelfverminking is geen compleet nieuw fenomeen. In 2010 schreef Danah Boyd er al over op haar blog. Boyd onderzoekt sociale media en onderscheidde verschillende beweegredenen om dergelijke berichten naar jezelf te sturen: stoer willen overkomen (waarbij kritiek krijgen een teken van populariteit is), hopen dat vrienden en klasgenoten je zullen verdedigen, of een noodkreet. In 2011 probeerde een onderzoek vast te stellen hoe vaak digitale automutilatie nou eigenlijk voorkomt, waarna geconcludeerd werd dat negen procent van de ondervraagde universiteitsstudenten toegaf dat ze zich hier in hun middelbare schooltijd schuldig aan hadden gemaakt. De nieuwe publicatie van Patchin is het eerste onderzoek dat uitgevoerd is onder middelbare scholieren. In de enquête die in 2016 onder 5.593 Amerikaanse adolescenten tussen de 12 en 17 werd afgenomen, werd gevraagd naar een scala aan gedragspatronen, waaronder digitale zelfverminking. Ongeveer zes procent meldde dat ze online iets gemeens over zichzelf hadden gezegd. Het was een stuk waarschijnlijker dat dergelijke berichten door mannen werden geplaatst dan door vrouwen: 7,1 procent van de mannen bleek weleens aan digitale automutilatie te hebben gedaan, tegenover 5,3 procent van de vrouwen. De neiging tot het sturen van dergelijke berichten bleek samen te hangen met bepaalde karaktereigenschappen, waaronder ervaring met gepest worden op school, cyberpesten, niet-hetero zijn, drugsgebruik of afwijkend gedrag, en depressieve gedachten en offline zelfverminking. Toen de onderzoekers de scholieren vroegen wat hun digitale automutilatie had veroorzaakt, doken er een paar thema’s op. Sommigen probeerden te testen hoe (en of) hun vrienden op de berichten zouden reageren. Anderen probeerden grappig te zijn en de aandacht naar zichzelf toe te trekken. En weer anderen meldden een gebrek aan zelfvertrouwen en gevoelens van zelfhaat: “Omdat ik me al slecht voelde en ik me nóg slechter wilde voelen,” beschreef één persoon het. Patchin merkt op dat er nog te weinig onderzoek is gedaan en het een nog onbegrepen fenomeen is. Om grip op het probleem te krijgen, is het belangrijk vervolgonderzoek te doen. Maar, schrijft hij, ouders moeten zich er daarnaast bewust van worden dat er in sommige gevallen van cyberpesten ook sprake kan zijn van digitale automutilatie. Politie en justitie moeten deze mogelijkheid meenemen in de onderzoeken die ze uitvoeren, en op gepaste wijze reageren. En als het inderdaad om digitale zelfverminking blijkt te gaan, is er nog steeds sprake van een jongvolwassene die hulp nodig heeft. Tonic is de nieuwe site over gezondheid van VICE. Volg ons op Facebook.

Advertentie